Nederland regentenland: het zal altijd wel zo blijven, maar juist daarom is de oppositie zo belangrijk, van cross-benchers, intellectuelen, columnisten, populisten en ander onguur volk.
‘We moeten weer leren de overheid te zien als een organisch onderdeel van de samenleving.’
Ik las deze zin, of een vergelijkbare zin, een week of wat geleden, ergens, ik weet helaas niet meer waar. Maar de zin heeft me veel te denken gegeven. Ik heb om te beginnen geconcludeerd dat het eigenlijk wel heel mooi zou zijn als je ertoe in staat zou zijn: de overheid te zien als een organisch onderdeel van de samenleving. Wat ze daar in Den Haag dan doen, dat doen ze dan namens ons, of beter nog: dat doen wij zelf. Belasting is dan een in vrijheid afgesproken, vrijwillige bijdrage aan het orgaan samenleving om de zwakke, behoeftige en nooddruftige onderdelen van het orgaan in leven te houden en te stimuleren. En politici zouden dan de mensen zijn die voor ons de dingen doen waarvan we allemaal vinden dat ze gedaan moeten worden.
Maar zo ligt het niet. Helaas. Het is niet alleen zo dat linkse mensen rechtse politici bekritiseren en rechtse mensen linkse politici, nee: mensen bekritiseren de politiek. Dat doet maar, daar in Den Haag. Ze hebben zich opgesloten in hun eigen wereldje, die vierkante kilometer van het Binnenhof, en houden zich bezig met hun eigen dingetjes, maar niet met de zaken waar de mensen op hun verjaardagen en aan de toog over praten. De overheid, de politiek in het algemeen, is geen organisch onderdeel van de samenleving, maar een vreemd vijandig gezwel dat je zo snel mogelijk moet isoleren en in haar macht beperken om verdere groei ervan te voorkomen.
Zo althans ervaren veel mensen het. Hoon is je deel wanneer je hun voorzichtig voorstelt om de politiek toch te zien als een essentieel bestanddeel van een orgaan waarvan zij zelf ook deel uitmaken.
Iedereen weet dit. We noemen het al jaren de ‘kloof’ tussen burger en politiek. Volgens sommigen is de afstand te groot, de kloof te diep (de ‘populisten’), volgens anderen (Maarten van Rossem en het CDA) kan die kloof niet diep en de afstand niet groot genoeg zijn.
Nederland wordt bestuurd door regenten. Dat is al heel lang zo, en ook D66 en ook de Fortuyn-revolte hebben daar geen einde aan kunnen maken. Ons land is een land van kleine gebaren, van schikken en plooien, van compromissen en consensus. Je kunt wel een visie hebben, maar je hebt die nog niet gegeven of ze vragen je heel concreet wat je praktische oplossingen zijn. Vergezichten en debatten, ontroering en vervoering leiden maar tot de tweedracht die je in een laag land onder de zeespiegel niet kunt gebruiken. Daar moet je op collegiale wijze wilde lopen kanaliseren en dijken graven.
De verzuiling van Nederland bracht de hechte institutionalisering van het regentendom. De zuilen zijn gevallen maar het dak van het regentendom is gewoon in de lucht blijven hangen. We knielen wel voor het beeld van de democratie en spuwen driewerf in de richting van alles en iedereen die iets van kritiek op ons politieke bestel durft te hebben. Maar met democratie heeft dit alles natuurlijk niets te maken. Democratie is vooral een woord dat we gebruiken om onze oligarchische systeem te camoufleren en te rechtvaardigen. Ons land is te groot om met z’n allen op dinsdagmiddag naar het Binnenhof te gaan. Daarom spreken we van representatie, maar we worden gerepresenteerd door mensen die we niet kennen. We laten het zo, en mensen die dit willen veranderen door de introductie van directere vormen van democratie zien we met volmaakte onverschilligheid zich stuklopen op de muren van het regentenkasteel.
Oligarchie is een van de belangrijkste en hardnekkigste tradities in de Nederlandse politiek, zo heeft de historicus Henk te Velde onlangs uiteengezet in een verhelderend en behartigenswaardig boek (Van regentenmentaliteit tot populisme). Alleen als je je erin schikt, kun je in de Nederlandse politiek meedoen en effectief zijn. Maar we moeten ook hen zaligspreken die zich niet schikken, de oppositionelen, de cross-benchers, de intellectuelen, columnisten en populisten. Ze maken de regenten zo af en toe een beetje zenuwachtig, zoals na afloop van het EU-referendum in juni 2005. Ze houden de elite scherp door haar voortdurend uit te dagen. Ze dwingen haar zo zich weer wat meer te voegen in het organisme van de samenleving.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment