7.10.08

Crisis bedreigt democratie

Wat kunnen denkers zeggen over de actualiteit? Tweewekelijks spreekt Trouws Filosofisch Elftal zich uit. Vandaag: Hoe staat het met het democratische gehalte van de Amerikaanse presidentsverkiezingen?

door Marc van Dijk
Trouw, 1 oktober 2008

De nieuwe president van de Verenigde Staten treedt aan met de grootste schuldenlast ooit. Hij moet rigoureus bezuinigen en waarschijnlijk belastingen aanzienlijk verhogen. Maar Obama noch McCain heeft dat in zijn verkiezingsprogramma staan. McCain belooft lastenverlaging, Obama zaken die de overheidsuitgaven nog opjagen. Na hun inauguratie kunnen ze hun economische plan het raam uitgooien, zei een voormalig regeringsadviseur onlangs. Is hiermee niet het einde van de democratie in zicht? Als de inhoud van een campagne zo weinig met de realiteit te maken heeft, waarvoor wordt de kiezer dan überhaupt nog geraadpleegd?

Sabine Roeser vindt het kwalijk. „Ik kan ook luchtkastelen bedenken en zaken voorspiegelen die onbetaalbaar zijn. Het is absoluut zaak dat beide kandidaten laten weten welke consequenties de financiële crisis heeft voor hun programma’s.”

Bart Jan Spruyt: „Het is inderdaad opvallend dat de kandidaten dat niet doen. Als dat zo blijft, is dat niet eerlijk tegenover de kiezer. Maar ze kunnen er op den duur niet omheen, want alles wat ze tot nu toe hebben gezegd was gebaseerd op drijfzand.

„Voor Nederland geldt trouwens ongeveer hetzelfde. Oud-minister van financiën Onno Ruding zei zaterdag dat de rijksbegroting voor 2009 gezien de laatste ontwikkelingen bij het oud vuil kan. Een begroting waarmee de Tweede Kamer twee weken geleden heeft ingestemd, is inmiddels achterhaald door de werkelijkheid. Als de regering daar geen verantwoording over aflegt, kunnen we zeggen dat die hele toestand ook één grote poppenkast is geweest. Maar bij de financiële beschouwingen van deze week zullen onze wakkere volksvertegenwoordigers het kabinet ongetwijfeld het vuur aan de schenen leggen.”

Plato zei: elke democratie is gedoemd tot verval, want politici omzeilen pijnlijke maatregelen en praten het volk naar de mond. Is dat wat we nu zien?

Spruyt: ,,Nou, het lijkt er vooralsnog niet op dat de kandidaten de kiezers doelbewust misleiden. Maar de democratie staat wel onder druk, zowel in de VS als in Nederland. Dat komt doordat veel politici geen samenhangende maatschappijvisie meer hebben waarvoor ze de kiezer warm maken. Ze inventariseren liever wat de kiezer wil, en baseren daarop hun programma. Met dit populisme degraderen ze zichzelf tot doorgeefluiken van de bevolking.

„Hebben ze wel een visie, dan levert die niet zomaar een uitvoerbaar programma op. Er is in de VS geen ruimte voor belastingverlaging en ook niet voor een nieuw stelstel van gezondheidszorg. Ook gebroken beloftes ondermijnen de democratie.

„Daarbij: de bureaucratische werkelijkheid is niet gelijk aan de politieke. Ambtenaren runnen meerjarige projecten. Een ministerie is als een trage mammoettanker met een verre bestemming, een politicus is hoogstens een toevallig passerende kapitein die de koers een paar graden kan verleggen. Een politicus kan minder uithalen dan veel verkiezingsretoriek wil doen geloven.

„Nederland kent een extra hindernis: coalitievorming. Inde VS is er tenminste een winnaar. Hier weet je nooit wat je krijgt. Als je gecharmeerd was van de centrum-rechtse Balkenende-kabinetten, en je stemde op hem, kan hij zomaar met jouw stem over links gaat. Die lui gaan volgens hun eigen logica bij elkaar zitten en sluiten dan ook nog eens compromissen waardoor van alle beloftes hooguit een verwaterde substantie overblijft.”

Roeser: „Qua dynamiek en diversiteit biedt ons model meer mogelijkheden. Wie weet dat er in de VS ook nog twee andere kandidaten zijn: Ralph Nader en Bob Barr? De twee grote partijen azen op dezelfde gematigde kiezers en nemen zo voortdurend elkaars issues en standpunten over. Terwijl ze een echt andere zienswijze, zoals die van de onafhankelijke kandidaten, niet eens bespreken. De campagnebudgetten bepalen wie de aandacht krijgt. En de sponsoren die deze budgetten genereren, beïnvloeden de agenda.”

Spruyt: „In Amerika heb je meer te kiezen; niet alleen het staatshoofd, maar ook de burgemeester en de sheriff. Dus de Amerikaanse democratie is nog altijd een stuk gezonder dan de Nederlandse.”

Roeser: „Dat lijkt me niet. Alle problemen waar de democratie klaarblijkelijk mee te kampen heeft, treden alleen maar vaker op als je vaker moet stemmen. Want juist op het moment dat je de burgers gaat raadplegen, ligt het gevaar van populisme het meest op de loer.”

Spruyt: „Welnee, het Amerikaanse systeem zorgt ervoor dat een politicus met zijn water naar de kiezer moet, en moet uitleggen wie hij is, wat hij van de situatie vindt en wat zijn plannen zijn. Hij moet dus verantwoording afleggen en kan worden afgerekend op zijn woorden. Kom daar in Nederland maar eens om.”

Roeser: „De burger heeft eerder te veel dan te weinig te kiezen. In onze technologisch hoogstaande samenleving kun je niet meer van burgers verwachten dat ze zich overal in verdiepen om een gefundeerd oordeel te vellen. Neem de Europese grondwet. Bijna niemand, in elk geval bijna geen leek, kon die lezen en begrijpen. Maar we moesten ons er wel over uitspreken. Het resultaat was dat er over iets heel anders werd gestemd dan over de voorliggende wet.”

Wat is het alternatief? Roeser: „Volgens mij is er maar één remedie tegen een verdere toename van het populisme: deliberative democracy. Dat is een politiek-filosofische beweging die methodes ontwikkelt om de democratie terug te brengen tot dat waar het eigenlijk om zou moeten gaan: diepgaand debat in plaats van opinieonderzoeken. We moeten niet achterhalen hoeveel mensen ergens voor of tegen zijn, zoals Rita Verdonk doet met haar website, maar zoeken naar de beste oplossingen, en die voor het voetlicht brengen.

„Mensen zijn nog steeds behept met het vermogen om een overtuiging te veranderen door een goed argument. Er moeten debatten komen waar debatleiders kandidaten dwingen om argumenten te brengen, in plaats van fraaie slogans. We zouden alleen moeten stemmen over grote, fundamentele zaken. En daar zouden we dan eerst veel uitgebreider en diepgaander over moeten delibereren.”

Spruyt: „Dat is een puur procedurele oplossing. Maar de enige remedie is inhoudelijk, en bestaat hierin dat burgers door een goede opvoeding en goed onderwijs de simplistische verleidingen van demagogische politici kunnen weerstaan.”

*) Verschenen in Trouw, 1 oktober 2008.

1 comment:

Anonymous said...

Op zich een hele goed eanalyse, waar ik niet zo heel veel tegen in kan brengen.

Maar wat me wel dwars zit, is dat als de politici hun oren naar de kiezer zouden laten hangen, je toch zou verwachten
dat de allochtonenproblematiek al lang en breed aangepakt zou zijn, dat we een referendum over het verdrag van lissabon gehad zouden hebben,
dat de gezondheidszorg etc, niet aan marktwerking onderhevig zou zijn gemaakt,
dat de straffen voor pedofielen al lang en breed zouden zijn verhoogd,
dat er serieuze burgemeestersverkiezingen gehouden zouden zijn,
en zo voort en zo voort.

Bovenstaande feiten lijken je analyse toch te logenstraffen.

Immers, als politici inderdaad populistisch optreden en hun oren naar de kiezers laten hangen, dan zou je toch verwachten dat ondermeer op bovengenoemde terreinen een en ander gebeurd of juist niet gebeurd zou zijn.

De politici lijken echter, in ieder geval op de bovengenoemde terreinen, geheel en volledig hun eigen agenda te volgen, los van wat de kiezers/burgers ervan vinden.

Zoals ik het zie hebben we dus eigenlijk veel te weinig populisme in nederland en veel te veel deliberatieve democratie.