Na bijna vier jaar afwezigheid was Ayaan Hirsi Ali een weekje terug in Nederland. En dat hebben we geweten. Ze kwam haar nieuwe boek promoten, het tweede deel van haar autobiografie, en dat trok allerwege media-aandacht. Ze trad op, ontving tot haar verrassing een aanmoedigingsprijs van de SGP-jongeren, zag haar boek in alle kranten gerecenseerd en zocht zelf het debat met een ingezonden stuk in NRC Handelsblad. In dat stuk ontvouwde zij haar visie op Geert Wilders en zijn PVV.
Wilders en Ayaan waren ooit fractiegenoten bij de VVD. Samen schreven zij destijds een essay waarin zij de ‘liberale jihad’ aankondigden. Qua radicaliteit leken zij niet voor elkaar onder te doen.
Wilders verliet de VVD en Ayaan verliet ons land. En terwijl het denken van Wilders zich de afgelopen vier jaar radicaliseerde, is Ayaan nieuwsgierig gebleven en is haar denken niet stil blijven staan. Zo is ze tot de overtuiging gekomen - en deze opvatting heeft de afgelopen week nogal wat aandacht getrokken (hier en hier) – dat humanisten en de christelijke kerken een ‘strategische alliantie’ moeten sluiten om de groei van de islam te beteugelen.
(Ayaan afgelopen zaterdag in Utrecht op de dag van de SGP Jongeren, die haar de 'Oranje Boven' Prijs toekenden)
In haar uitspraken over Wilders benadrukt Ayaan dat de PVV ‘gewoon goed voor Nederland is’. Via deze partij kunnen veel mensen hun woede over de systematisch verkeerde aanpak door de traditionele partijen van immigratie, integratie en islam kanaliseren, in plaats van te rebelleren en te kiezen voor geweld. Ayaan waarschuwt terecht tegen de neiging Wilders te demoniseren als racist en fascist, maar net zo terecht stelt zij vast dat zijn voorstellen ‘in praktische zin onuitvoerbaar’ en ‘wettelijk niet haalbaar’ zijn. De traditionele partijen zouden de problematiek die Wilders signaleert en exploiteert, nu eindelijk eens serieus moeten nemen en in een Grote Overeenkomst de ‘misdadigheid en rotzooi’ van de multiculturele samenleving moeten aanpakken. Als ze dat niet doen, helpen ze zelf Wilders aan de macht.
Ayaan herhaalt in feite het pleidooi dat Frits Bolkestein begin jaren negentig al deed aan zijn collega-fractievoorzitters toen zij in Alma Mata in een bushokje zaten te wachten. Bolkestein zei dat de problemen van nationale omvang waren en dat alle partijen de handen ineens moesten slaan. Maar niemand deelde Bolkesteins gevoel van urgentie. Bolkestein kwam alleen te staan, en toen ook zijn eigen partij hem alleen liet staan was het befaamde ‘gat op rechts’ een feit.
Dat gat gaat pas verdwijnen als er een goede en fatsoenlijke rechts-conservatieve partij komt (wat vooralsnog niet waarschijnlijk is) of wanneer de bestaande partijen over hun eigen schaduw heen zouden springen en met zo'n Grote Overeenkomst zouden komen aanzetten. Dan zouden zij om te beginnen moeten erkennen dat het ‘populisme’ niet de oorzaak maar het gevolg van de segregatie is, dat die segregatie het gevolg is van decennia falend beleid en dat het daarom een eerste taak voor de verantwoordelijke partijen is om nu eindelijk eens de feiten onder ogen te zien.
Ik deel op dit punt dus de analyse van Ayaan. Er is een probleem gecreëerd, veel mensen verwachten een oplossing van een politicus die geen oplossing heeft en daarin ten diepste ook niet geïnteresseerd is, en de rest van Nederland verwacht nu alle heil van Job Cohen, die vindt dat vooral de ontvangende autochtone samenleving zich moet aanpassen en die dus alleen maar aan een vergroting van de problemen zal bijdragen. Als de komende verkiezingen tussen Cohen en Wilders gaan, dan gaan zij tussen twee mannen die op het meest aangelegen punt onbruikbaar zijn.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
"Ayaan waarschuwt terecht tegen de neiging Wilders te demoniseren als racist en fascist, maar net zo terecht stelt zij vast dat zijn voorstellen ‘in praktische zin onuitvoerbaar’ en ‘wettelijk niet haalbaar’ zijn."
En wat dacht U van 'en in beschavingsperspectief en morele zin abject en nefast zijn'?
Post a Comment