Vandaag verschijnt bij Uitgeverij Bert Bakker het boek Conservatieve Vooruitgang: De grootste denkers van de twintigste eeuw, samengesteld door Thierry Baudet en Michiel Visser.
Het is een prachtige bundel geworden, bestaande uit twintig hoofdstukken over twintig 20ste-eeuwse conservatieven: van bekende namen als C.S. Lewis, T.S. Eliot, Leo Strauss en F.A. Hayek tot wellicht wat minder bekende, maar daarom niet minder interessante, denkers als Otto Bollnow (die tot de 'groene conservatieven' behoort en behartigenswaardige dingen over "geborgenheid" en ons natuurbegrip te zeggen heeft), de Amerikaanse realist en strateeg James Burnham, en de econoom Wilhelm Röpke. Zelf heb ik een hoofdstuk bijgedragen over de in 2005 overleden Nederlandse conservatief dr W. Aalders, om te laten zien dat het conservatisme niet iets is van ver weg en lang geleden.
Het boek wordt op woensdagavond, 31 maart, gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van het Conservatief Café in Gouda. Meer informatie over die bijeenkomst is hier te vinden. Aanmelden kan nog.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
1 comment:
Een prachtige bloemlezing, ideaal voor de paasdagen. Zo´n bonte verzameling met vertrouwd (Lasch en Oakeshott), aantrekkelijk nieuw (Babbitt, Roepke, waar ik teksten van zocht, en Bollnow) en afstotelijk (De Jouvenel, Hayek) zet aan tot nadenken en verder lezen. Dank daarvoor samenstellers!
Ik ben zelf een verklaard sociaaldemocraat, maar laat me vooral inspireren door denkers die uitgaan van de hybris van het rationalisme. Dat wil zeggen de sceptische variant (zie de inleiding van de bundel). Hoewel ik na het lezen van hoofdstuk over Babbitt ook aanknopingspunten zie bij de deugdenleer, in dit geval van het (neo-) humanisme.
Op twee punten wil ik de mijn rechtse tegenhangers wel even prikkelen. Ik vind het opvallend dat de huidige vertegenwoordigers van het conservatisme zich zo orienteren op de Angelsaksische wereld. Dit terwijl ons land qua achtergrond daar niet in valt te plaatsen. Neem alleen al een opvallend fenomeen als het Angelsaksiche tweepartijenstelsel. En zo is er meer. Nederland valt eerder in de Noordwesteuropese, Rijnlandse traditie. Wilhelm Roepke, denker van de sociale markteconomie, valt hier 100% in te plaatsen. De kredietcrisis onderstreept het belang van de Rijnlandse traditie nog eens. Wordt het niet de hoogste tijd om deze Rijnlandse traditie, met oog voor de lange termijn en duurzaamheid, kwaliteit (vakmanschap), het compromis in de politiek, het overleg tussen werkgever en werknemer, gematigde inkomensverschillen etc. weer op te pakken!?
Verder wil ik Jerome Heldring, de grand old man van het Nederlandse conservatisme, citeren. In de bundel De conservatieve uitdaging (2003) staat op bladzijde 30-31:’ Conservatieven zijn dus voor het kanaliseren van veranderingen. Overstromingen die alle houvast wegslaan zijn ongewenst. Dat idee van het conservatisme is rechts noch links. Het kan voor elke partij zuurdesem zijn, ook voor een partij al de PvdA. De boel bij elkaar houden is een conservatief denkbeeld.’ Kortom: op voor Cohen!?
Post a Comment