3.3.07

Lieve jongen, die Geert Mak

Recensie van Geert Mak, De brug, Uitgave CPNB

Er zijn mensen tot wie de wetten van de werkelijkheid maar moeilijk doordringen. De amateur-historicus Geert Mak is zo ongeveer de belichaming van deze waarheid. Hij tekent de werkelijkheid op, staat toe dat die werkelijkheid hem om zijn naïviteit uitlacht, maar laat zich er niet door corrigeren. Dat is waarschijnlijk ook wel zo gemakkelijk.

Geert Mak heeft dit jaar het boekenweekgeschenk geschreven. Het heet De brug, en die brug is de Galatabrug in Istanboel, die twee delen van de stad, het op het Oosten gerichte Zuiden en het op het Westen gerichte Noorden, met elkaar verbindt. We zijn dus precies waar we wezen moeten. Het gaat hier om het conflict tussen Europa en de islam, om de pijnlijke onontkoombaarheid van de modernisering, de winnaars en de verliezers, en ons schuldgevoel over de verliezers.

Mak heeft vorig jaar een paar maanden mijmerend op die brug rondgezworven, en is er met verschillende mensen aan de praat geraakt: met een meisje dat loten verkoopt, een parapluhandelaar, een zolenverkoper, jongens die sigaretten aan de man brengen. Zij zijn mensen voor wie het leven op de brug een laatste kans is om te overleven. En ze dromen: van een terugkeer naar het dorp waar ze vandaan komen, of van migratie naar het rijke Europa.

Mak praat met de sigarettenjongens, die zich lijmsnuivend op de been houden. Vraagt hij, socioloog uit de Amsterdamse grachtengordel, of die schatjes ook veel last hebben van criminaliteit. Beginnen ze heel hard te lachen. ‘Nou nee. Die criminelen zijn we meestal zelf’.
Ain’t he sweet?

Komt onze goeiige krullenbol in een theetent om wat over de islam te kletsen. Vraagt hij de ober (zo’n man die een euro per dag verdient, of zo) of die zich wel aan het verplichte vasten houdt. Opnieuw wordt er hard gelachen. ‘Voor mij is het elke dag ramadan!’
Ain’t he sweet?

Onze chroniqueur van het dagelijkse leven op de brug raakt in gesprek met drie zusters. Twee van hen hebben geleden onder het juk van hun islamitische mannen, maar de jongste is een gelovige moslima, ‘dik onder de sluier’. Zij vertelt Mak dat die hoofddoek een uitdrukking van liefde is voor haar man. ‘Een uiting van respect.’
Nu had Mak, schrijf hij, net de Gallup World Poll onder ogen gehad, een uitgebreid internationaal onderzoek dat aan het licht had gebracht dat de man-vrouwverhouding voor de meeste moslima’s helemaal niet zo’n groot probleem was. Het gebrek aan eenheid tussen de moslimlanden, de corruptie en het gewelddadige extremisme waren veel erger, vinden moslimvrouwen in acht moslimlanden. En de sluier en boerka, ‘in het Westen alom beschouwd als symbolen van vrouwenonderdrukking’, daar hadden die vrouwen helemaal geen last van.
‘Opvallend’, meent Mak.

Zegt die oudste zuster, die van haar ploert van een man gescheiden is, dat die man gelukkig geen fundamentalist was geweest. ‘Anders hadden we onder een hoofddoek moeten lopen’. De jongste zus daarentegen verzekert Mak dat zij die hoofddoek ‘nooit als een beperking of een vorm van onderdrukking’ heeft gezien. Integendeel: ‘het is míjn vrijheid, míjn democratisch recht’.

Zo is dat natuurlijk ook, volgens de opvatting die Geert Mak en zijn geestverwanten in debatten in Nederland plegen te verkondigen.

Dan hoort Mak, in een volgend gesprek, van haar twee zusters hoe het werkelijk zit met die jongste. Was een prachtige meid geweest, blond, strakke jeans, lange benen, en vrijer dan wie ook. Trouwde op haar negentiende met een oudere rijke man. En ze zat gelijk klem. Vijf keer per dag bidden, binnen blijven, een terroriserende schoonmoeder die haar beveelt niet teveel seks te hebben want dat mat haar zoon zo af, en die zoon, haar man, wordt ook nog eens steeds gewelddadiger.

De twee oudste zusters leggen Mak uit dat hun jongste zusje zich met al die verhalen over haar geluk alleen maar op de been probeert te houden. ‘Dat is haar enige mogelijkheid, uit alle macht proberen gelukkig te zijn’. Als ze werk had, kon ze van hem scheiden, vertellen ze Mak. Maar ja die hoofddoek, dat maakt het natuurlijk zo goed als onmogelijk een baan te vinden.

Het zou mij niets verbazen wanneer Mak bij het eerst volgende debat toch weer gewoon de gemakkelijke waarheden van die Gallup Poll citeert om duidelijk te maken dat rechtse islamcritici alleen maar een probleem creëren dat in de alledaagse werkelijkheid van moslimvrouwen helemaal niet bestaat.

Zijn gesprekspartners op de brug zijn helemaal niet fundamentalistisch, vindt Mak. En die Önder dan, die van mening is dat Theo van Gogh terecht is omgebracht? ‘Jammer voor hem, maar hij verdiende te sterven. Hij beledigde de islam.’ Geen fundamentalist? ‘Misschien’, noteert Mak als uiterste concessie aan de werkelijkheid.

Mak is diep onder de indruk van de brugbewoners. Hun eer, dat is het laatste wat ze nog hebben. Mak registreert het gefascineerd. Maar dat dat eeuwige geouwehoer over eer en respect ook wel eens uit een vals zelfbewustzijn en zelfbedrog kan opkomen, komt niet in hem op. Misschien ook wel, maar hij laat die gedachte niet toe. Zoals hij alle andere signalen die hem vanuit de werkelijkheid van de brug bereiken, wel noteert maar ze vervolgens negeert om er geen conclusies uit te hoeven trekken.

Mak weet natuurlijk ook wel dat de brug een kloof is. Maar er zit iets in dat hoofd dat daar niet mee om kan gaan. Dat komt omdat zijn wereldbeeld maar één tegenstelling toelaat: of je bent multicultureel, en dan ben je goed, of je bent een nationalist, en dan ben je heel erg fout. Dat er meer is tussen hemel en aarde, dat je het multiculturalisme kunt afwijzen zonder een ‘nationalist’ te worden, is iets waar Mak simpelweg niet bij kan.

Als multiculturalist vindt hij natuurlijk dat wij – dat vermaledijde Westen – die kloof hebben geschapen. Mak registreert agressieve verongelijktheid, en ‘wij’ zijn schuldig want wij schenden de eer van het Oosten. Aan de roep om respect moeten we dan ook maar snel tegemoetkomen door Turkije lid van de Europese Unie te laten worden. Want Europa is een ‘verbeelde gemeenschap’ (merkt Mak op in een gesprek met Kees Fens, in een begeleidend boekje), en we moeten via Turkije een brug slaan naar het Midden-Oosten, en dat kan ook want binnen ‘enkele decennia’ zal Turkije fungeren als ‘een baken van modernisering in de Oosters-Islamitische wereld’.

Wie zich afvraagt of wereldvreemdheid en profetische gaven in het geval van Geert Mak misschien toch goed samen kunnen gaan, moet een paar andere opmerkingen van Mak in datzelfde gesprek met Fens eens tot zich laten doordringen. Vlakt u de heer Mak niet uit! Hij heeft vaak mogen ervaren dat wat hij thuis opschrijft later in de geschiedenis werkelijkheid wordt. Mak volgt de ontwikkelingen namelijk zo goed, dat hij bepaalde dingen ziet aankomen. Niet alleen de modernisering van Turkije, maar ook dat er in Nederland ‘iets niet goed zat’. Niet dat Mak ‘de moord op Fortuyn en de gevolgen daarvan’ zag aankomen, maar toch: Mak zit nu zijn lezingen uit de jaren negentig te bundelen ‘en ik zie dat ik bepaalde zaken die zich inmiddels hebben voorgedaan al heb aangevoeld’.

Wie in al zijn wereldvreemde ijdelheid zo’n gotspe laat noteren, in diens hoofd moet een onverdrijfbare mistwolk hangen. Maar ook dit boekje van de knuffelbeer van multicultureel Nederland zal overal juichend worden besproken. Terwijl iemand die met dergelijke snoeverijen en onthutsende naïviteit zichzelf naar de buitenste duisternis van de onwetendheid verbant, het eigenlijk niet meer verdient serieus te worden genomen.

*) Deze recensie is eerder verschenen in HP/De Tijd.

12 comments:

ACP said...

Het is nog enigzinds te begrijpen dat toen men indertijd ter kruistocht ging, ook de Bosporus over trok. Het is echter totaal krankinnig om die zelfde zeestraat te willen overbruggen omdat men nu in de absurde veronderstelling verkeert dat de Balkanisatie van West-Europa in het algemeen, en dat van Nederland in het bizonder, niet snel genoeg zou gaan.

Het doet mij overigens groot genoegen te constateren dat, zowel in het geval van de laaghartige "parlementaire" acties van speaker Verbeet, als t.a.v. genoemde Mak-leuterverhaal ... BJ Spruyt zich niet aan de (door de sjosjialisten ingestelde) "verbod" stoort (en dat zij steeds zondig ad-hominem gedrag noemen) om de personen achter het abominabele nieuws rechtstreeks op aan te spreken.

Anonymous said...

Goed stuk Bart. Die Mak loopt altijd met zijn hoofd in de wolken. Het wordt hoog tijd dat zulke figuren in Nederland niet meer zo veel respect krijgen toegedicht.

Schat Mak op z'n waarde: geen. Hij is zo'n gast, die als hij beroofd is, bijvoorbeeld de strenge politie, het racisme oms ons heen en de lakse houding van de staat de schuld geeft en niet de dader.

Nieuwe definitie "socioloog": statisticus met teveel tijd.

Fijn om te zien dat ik niet alleen zo denk.

Unknown said...

Mak komt op tv en er luisteren meer mensen naar dan Bartje Spruit.

ACP said...

Joris slaat wartaal uit omdat Mak's eventule "populariteit" niets met een BJ Spruyt te maken heeft.

Nu zal een Mak ook vast een felle voorstander zijn van "dialogen" met lieden die hier een parasietelijke theocratische natie binnen een natie wensen te stichten, omdat dat zo vreselijk beschaafd, tolerant en menselijk zou zijn ... Waarom zou hij het anders oblique over "De Brug" hebben?

En Joris waarschijnlijk ook ...

Unknown said...

Wat ben jij een domme man, Bart Jan Spruyt.

ACP said...

Welk een gedrogeerde is die Diederik dat tie niet verder komt dan een enkel en eenzaam woord?

Let's hear it dude?

Unknown said...

Dank je Bart voor deze treffende recensie. Afgelopen tijd is Geert Mak zon beetje de huishistoricus van Nederland geworden. Daar stoor ik me mateloos aan. Wat mij namelijk stoort zijn vaak de onjuistheden die hij bijvoorbeeld in zijn boek "door Europa" als waarheid neerzet. Het ergste vind ik nog dat mensen die zijn boeken lezen het dan ook voor waar aannemen en dus onjuist worden geinformeerd en een vertekend beeld krijgen van de geschiedenis. En dat is nou juist dat gene waar men in ons vakgebied (geschiedenis) voor waakt. Men wil geschiedenis juist uitvoeren als exacte wetenschap. Hierdoor moet geschiedenis middels bepaalde regels gehanteerd worden. Dit allemaal zodat misbruik van geschiedenis voorkomen kan worden. Zoals Hitler bijvoorbeeld de geschiedenis heeft misbruikt (dolkstootlegende etc). Ik ben daarom ook blij dat je in je stuk zegt dat hij niet serieus genomen moet worden. En ik hoop ook dat heel Nederland dit niet doet, en zich maar eens gaat verdiepen in echt historisch werk.

Unknown said...
This comment has been removed by the author.
Unknown said...

(edit 12.4.07 13.30) "door Europa" = "In Europa"

Doxxic said...
This comment has been removed by the author.
Doxxic said...

Spruyt deelt Maks grootste zwakte: de neiging om het groepsgevoel belangrijker te vinden dan de werkelijkheid.
Dit artikel is een typische preek voor eigen parochie is. Spruyt kan wel gelijk hebben, maar er wordt nergens expliciet verteld waarom dat dan zo is. Er wordt nergens expliciet verteld hoe de werkelijkheid dan verschilt van Maks weergave ervan en waaruit dat blijkt. Spruyt neemt aan dat de lezer dat wel weet.

Daardoor doet dit artikel niks anders dan steeds weer de boodschap dat 'wij' lekker samen weten dat Mak een luchtfietser is, zonder argumenten.

simon robert said...

Beste Bart Jan Spruyt heeft gelijk.
Ooit stond ik eens toevallig heel mak achter Mak in een rij na afloop.
Kijkt hij mij een paar keer aan
als ex medediscussiant met geïriteerde blik.
Was het ook soieso niet met hem eens
Zeg ik tegen hem. :
"Zo bekende kop van de TV"

Beste Bart Jan Spruyt ik heb genoten van je stukje
ik denk er nameklijk ook zo over.

citaat :
"Wie in al zijn wereldvreemde ijdelheid zo’n gotspe laat noteren,
in diens hoofd moet een onverdrijfbare mistwolk hangen. "

"Den den keerlen God" van de Nederlandse geschiedenis kreeg hiermee
een koekje van eigen deeg!
Ik heb nog nooit iemand zo kwaad gezien. :-)
ijdelheid der ijdelheden.