Paul Scheffer heeft een belangrijk boek over immigratie geschreven. Nu is de politiek aan zet.
Ayaan Hirsi Ali ontstak eens in woede tijdens een gesprek dat zij jaren geleden had met Paul Scheffer, de beroemde publicist, auteur van het invloedrijke artikel over ‘Het multiculturele drama’, geleerd hoogleraar aan de universiteit van Amsterdam. ‘Ik bedoel het niet persoonlijk’, zo zei ze, ‘maar je kiest altijd de veilige kant, de afstand. Stukken schrijven, college geven, en maar kankeren op het parlement, onze meest vitale institutie die in verval is geraakt. Maar zelf echt iets doen, nee, aan de zijlijn staan roepen. Een risico nemen, daar zijn jullie niet erg goed in’.
Scheffer liet zich deze oproep om zijn rol als buitenstaander met vrijblijvende beschouwingen in te ruilen voor die van de politicus, niet aanleunen. Minstens net zo woedend antwoordde hij: ‘Hoezo jullie, kunnen we het persoonlijk houden? En wie bepaalt hier eigenlijk wat het centrum is en wat de zijlijn? Er zijn zoveel manieren om verantwoordelijkheid te dragen. Schrijven is dat misschien wel bij uitstek, omdat je zelf altijd de zwakste schakel bent, je nooit achter een ander kunt verschuilen.’
Wie schrijft, neemt allerminst een positie langs de zijlijn in. Ook de publicist neemt zijn verantwoordelijkheid, net als de politicus, en doet dat evenmin zonder risico’s. Hij kan zich achter niets of niemand verschuilen, is eenzaam en kwetsbaar, is geen ‘jullie’ maar een ‘jij’.
Maar of die positie die onmiskenbaar bij Paul Scheffer hoort, waar is en overtuigt, hangt op z’n minst van nog twee andere zaken af. Dat wat hij schrijft, moet er wel toe doen. En zijn product moet ook voor de ‘jullies’ in het centrum van de politieke macht onontkoombaar zijn – zoals zijn essay over het multiculturele drama dat was, waar maanden na verschijning een heus kamerdebat aan is gewijd.
Na de publicatie van dat essay, in de NRC van 29 januari 2000, heeft Scheffer naar eigen zeggen ‘een rauwe en ontroerende ontdekkingsreis in eigen land’ ondernomen, ‘zeg maar gerust een inburgeringscursus om van te dromen’. Hij bleef lezen en schrijven, hield lezingen en nam deel aan debatten. De lessen van die ontdekkingsreis door multicultureel Nederland zijn neergeslagen in een boek dat deze week verschijnt: Het land van aankomst, een studie van bijna 500 pagina’s over ‘hete’ onderwerpen als immigratie en identiteit, weerbaarheid en integratie, tolerantie en openheid, Europa en het kosmopolitisme, Amerika en de islam, en de grote dilemma’s waarmee Nederland nu worstelt. Het is een rijk en leerzaam boek; leerzaam bijvoorbeeld in de bespreking van de antropologie van Franz Boas, die als grote verdienste heeft dat het het racisme van zijn wetenschappelijke voetstuk heeft gestoten, maar ook een cultuurrelativisme heeft helpen ontwikkelen dat de mogelijkheid van vooruitgang verwerpt omdat er nu eenmaal geen hoger en lager is.
Dit boek van Scheffer doet ertoe. Het houdt zich verre van het zoveelste feestje dat de Grote Restaurateurs dezer dagen voor het multiculturalisme organiseren, en verliest zich evenmin in vaagheden over diversiteit en onbepaalde identiteiten die politici en leden van het Koninklijk Huis tegenwoordig weer uitstoten. De pijn van de straat en de wijk klinken door in dit boek. Een schrijver verdraagt blijkbaar meer werkelijkheid dan een politicus. Scheffer, bewoner van De Pijp, versus de pleitbezorgers van de multiculturele samenleving ‘die niet in de wijken woonden waar de migranten zich vestigden’.
Het boek doet ertoe omdat Scheffer onomwonden vaststelt dat de intocht van honderdduizenden migranten geen samenleving heeft voortgebracht die aangenamer is dan de samenleving die Nederland daarvoor was – alle lofzangen op de verrijking van de nieuwe veelkleurigheid ten spijt. ‘Het land is momenteel van steeds minder mensen, het dreigt aan iedereen te ontglippen’, aldus Scheffer. ‘Het gevoel dringt zich op dat de hedendaagse migratie en de reacties die zij heeft opgeroepen, de samenleving vooralsnog niet vooruit hebben geholpen. En dat gevoel laat zich niet kalmeren: in eigen land, maar ook in de ons omringende landen, staande verdraagzaamheid en de vrijheid onder druk’.
Om weer grip te krijgen op dit land na zoveel ‘ingrijpende en kwetsbare veranderingen’ is het in de eerste plaats nodig om dicht op de huid van de werkelijkheid te gaan zitten, en alle sussende clichés terzijde te schuiven. Een van de meest verlammende clichés is de strijk-en-zet gedane uitspraak dat Nederland altijd een immigratieland is geweest en dat dat feit juist aan onze welvaart en creativiteit ten grondslag ligt. Het staat in het WRR-rapport van vorige week, het klinkt door in de toespraak van prinses Máxima bij de presentatie van dat rapport.
Scheffer laat duidelijk zien dat er ‘aanzienlijke verschillen’ tussen de oude en de nieuwe migratie bestaan. Nieuw is de hoge werkloosheid onder de nieuwe migrantengemeenschappen in West-Europa. Dat feit leidt tot ‘principiële vragen over de inrichting van onze verzorgingsstaat’. Het vangnet van de verzorgingsstaat ‘lokt ook onmaatschappelijk gedrag uit’.
Een tweede verschil tussen de oude en de nieuwe migratie is dat de bindingen met het land van herkomst tegenwoordig zoveel sterker zijn dankzij de moderne communicatiemiddelen en de toegenomen mogelijkheden om tegen geringe kosten te reizen. Dat feit levert een bijdrage aan het ontstaan van gesloten gemeenschappen, en leidt daarmee ‘tot een aantasting van een democratische cultuur’.
En wat, ten derde, ook nieuw is, is de islam. ‘Voor een religie die altijd een meerderheidspositie of een monopolie heeft gehad in de landen van herkomst betekent de rol als religieuze minderheid dat de geloofspraktijk opnieuw vorm moet krijgen in heel andere omstandigheden […] Wil de islam deel uit gaan maken van de liberale samenleving, dan moet de religie zich losmaken van de cultuur van de landen van herkomst’. Of de islam een plaats zal gaan vinden in de westerse wereld, is nog geen uitgemaakte zaak. Scheffer citeert opnieuw Ayaan Hirsi Ali, en zij zegt dat ‘de zuivere islam’ en een liberale democratie onverenigbaar zijn. ‘Misschien moeten we later wel vaststellen dat ze gelijk heeft gekregen, maar welk doel zou ermee gediend kunnen zijn om nu al zo’n ontwikkeling uit te sluiten?’
Een sterk punt van dit boek is ook dat de auteur begrip toont voor de afwerende reactie van gewone Nederlanders op de immigratie. ‘Afsluiting als middel om een sociaal evenwicht te herstellen moeten we volledig serieus nemen’. Die afsluiting is vaak een ‘laatste verweer’, dat altijd als nostalgie wordt gehekeld maar in feite een poging is om de gang van het dagelijkse leven weer zelf te gaan bepalen.
De nieuwe immigratie, en de gevolgen daarvan op het terrein van de economie, het sociale leven, de criminaliteit en het onderwijs, heeft volgens Scheffer ‘een nieuwe sociale kwestie’ geschapen . Die kwestie moet wel worden gesteld, en als dit boek daarvoor nodig is, dan is het dus maar goed dat Scheffer vanuit het perspectief van Ayaan Hirsi Ali aan de zijlijn is blijven staan.
Maar nu is de politiek aan zet. Scheffer is op zoek naar een nieuwe verbinding tussen openheid en afsluiting, en iedereen zou hem daarin moeten volgen. Dit boek kan zelfs uitgroeien tot een gids naar een nieuwe consensus, waar iedereen na jaren van verhitte debatten en polarisatie naar op zoek is. De groep die wel als neocons wordt aangeduid, zou van dit boek kunnen leren dat je over geloof en religie niet alleen in abstracte en absolute termen moet spreken, maar vooral ook heel concreet, door het te situeren in gemeenschappen en te zien wat daar de gevolgen van die religie zijn.
De PvdA zou met behulp van dit boek een ondubbelzinnige houding tegenover het migratievraagstuk kunnen vinden en door een overwinning op het verlammende relativisme een nieuwe bijdrage aan de vooruitgang kunnen leveren. Maar als zij deze nieuwe sociale kwestie niet willen stellen, en de aanwezigheid en de toon van Wilders als excuus willen aangrijpen om van de problemen weg te blijven kijken en het debat slechts in zalvende en daarmee ontoereikende woorden te voeren, zal dit boek geen gids naar een nieuwe consensus maar een splijtzwam blijken.
N.a.v. Paul Scheffer, Het land van aankomst, De Bezige Bij € 27,50.
*) Deze recensie is ook verschenen in HP/De Tijd
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment