Mijn tweewekelijkse recensie in HP/DeTijd gaat dit keer over een boekje over Europa, uitgegeven met een voorwoord door koningin Beatrix. Het boekje bevat de toespraken die als intellectuelen vermomde lakeien - aangevoerd door Geert Mak - de koningin dit voorjaar hebben opgediend. De EU moet door als 'eliteproject', zo luidt de boodschap. En het volkse 'nee' van 1 juni 2005 moet worden genegeerd.
Stel eens dat de politieke discussies over Afghanistan, de lerarensalarissen, de topinkomens en de ontslagregelingen – zoals die de afgelopen weken en maanden nadrukkelijk in Nederland zijn gevoerd – alle in een impasse zouden zijn geëindigd en dat er daarna bijeenkomsten in het werkpaleis van de koningin aan het Haagse Noordeinde zouden zijn gehouden. De koningin zou voor ieder onderwerp drie sprekers hebben uitgenodigd, en die sprekers zouden zo eensgezind zijn geweest in hun opvattingen over die onderwerpen dat hun analyses zouden hebben geresulteerd in eensluidende adviezen. Stel nu eens dat die bijdragen ook nog eens zouden zijn gebundeld en uitgegeven, en dat de Majesteit er geen been in gezien zou hebben die bijdragen van een aanbevelend voorwoord te voorzien en de belangrijkste conclusie zelf maar alvast te geven.
Nederland zou te klein zijn geweest. De premier zou, achterna gezeten door een bloeddorstige Kamer, een constitutionele crisis niet hebben kunnen voorkomen. Sinds Thorbecke is, zoals bekend, de koning onschendbaar en zijn de ministers verantwoordelijk. Dat houdt in dat de koning(in) van het Nederlandse volk geen ruimhartige schadevergoeding ontvangt om haar privé-opvattingen uit te dragen, maar dat de ministers het regeringsbeleid bepalen en de koningin zich daarin heeft te schikken – wat ze er zelf verder ook van vindt.
Na de impasse als gevolg van het ‘nee’ bij het EU-referendum op 1 juni 2005, heeft de koningin dit voorjaar in Paleis Noordeinde drie bijeenkomsten belegd. Die gingen over ‘de toekomst van Europa’. Zes ‘grote denkers’ – ‘vooraanstaande Europese intellectuelen en politici’ – kregen een persoonlijke uitnodiging van Beatrix. Ieder ‘symposium’ werd voorafgegaan door ‘een inspirerende inleiding van Geert Mak, die veelal vanuit historisch perspectief de toon zette voor de discussie’ (aldus de koningin zelf). De zes lezingen zijn gebundeld en geredigeerd door Leonard Ornstein (journalist van Buitenhof) en door Lo Breemer, die in Brussel bij de Europese Commissie werkt. Breemer is tevens secretaris van de ‘Paleiscommissie’, die de bijeenkomsten organiseerde. Beatrix zelf heeft de bundel van een voorwoord voorzien, dat de journalistieke schoothondjes van de monarchie, werkzaam bij de Volkskrant, afgelopen zaterdag al in hun Opiniebijlage afdrukten, vergezeld van een lofzang op dit voorwoord door voormalig politiek filosoof Luuk van Middelaar.
Wie zijn de ‘zes grote denkers’, die de koningin een speech mochten opdienen?
De eerste was Krzystof Pomian, een Pools historicus, die directeur moet gaan worden van het toekomstige Museum van Europa in Brussel. Samen met de Britse diplomaat Robert Cooper, naaste medewerker van de ‘buitenlandcoördinator van de EU’ (Javier Solana), mocht hij praten over de historische wording van de Europese identiteit. Volgens Pomian is de Europese identiteit een ‘historisch feit’, volgens Cooper heeft het ontstaan van de natiestaat vooral tot gruwelijke oorlogen geleid en is het maar goed dat er een Europese Unie is gekomen want die belichaamt het wonder van de vrede. En verder moet Europa vooral een ‘eliteproject’ blijven dat zo weinig mogelijk ruchtbaarheid van haar eigen activiteiten onder de bevolking verspreidt.
(Dat standpunt is, tussen twee haakjes, vanaf het begin een gemeenplaats binnen het Europese project. Om geen slapende honden wakker te maken, is de uiteindelijke doelstelling van één Europese staat zoveel mogelijk impliciet gelaten, en zijn vele politici tegenover de kiezer nooit open en eerlijk geweest over die doelstelling en de stappen daar naartoe. Jean Monnet, een van de stichters van de Europese Unie, zei: ‘De Europese naties moeten naar een superstaat worden geleid zonder dat de bevolking van die naties precies begrijpt wat er gebeurt. Dit kunnen we bereiken door achtereenvolgende stappen te zetten die we vermommen als stappen die een economisch doel hebben, maar die uiteindelijk en onomkeerbaar tot een federatie zullen leiden.’ De ene munt was de belangrijkste stap in die reeks van stappen. ‘Via de weg van het geld kan Europa binnen een paar jaar een politieke unie worden’, aldus Monnet.)
Larry Siedentop (hoogleraar in Oxford) en Bronislaw Geremek, een Pools lid van het Europees Parlement, spraken over de Europese democratie, en Gemerek gaf uiting aan zijn levenslange droom van een ‘vrij, democratisch en verenigd Europa’.
Dominique Moïsi en Kemal Derviş, een hoogleraar ‘Europese geopolitiek’ in Warschau en een Turks politicus, hadden het over de geografische grenzen van Europa. Derviş hoopt dat het Europese project nog ‘krachtiger’ wordt, want als er meer eenheid van beleid komt en de EU zich uitbreidt ‘naar het oosten en zuidoosten’ (d.w.z.: Turkije zal opnemen), zal het ‘een grotere stem in wereldkwesties winnen’.
Tja, Geert Mak zal wel glunderend om zich heen hebben gekeken tijdens de bijeenkomsten, die overigens ook door de journalist Joris Luyendijk, de ministers Hirsch Ballin en Winsemius en de Amsterdamse burgemeester Cohen zijn bijgewoond.
Het is duidelijk dat de elite die daar in het paleis aanwezig was, zichzelf en elkaar wat moed hebben willen inpraten na het volkse ‘nee’ van 1 juni 2005, en tegelijkertijd een agenda hebben ontvouwd om de reikwijdte en implicaties van dat ‘nee’ te negeren en het Europese project als ‘eliteprojet’ voortvarend voort te zetten. Beatrix voert deze elite aan, zoals Máxima onlangs de Nederlandse elite aanvoerde bij het uitdragen van het dogma van het multiculturalisme.
‘Internationale kwesties van vrede en veiligheid, armoedebestrijding, energie en milieu kunnen alleen met enige kans van succes worden aangepakt als wij onze krachten bundelen. De Europese Unie biedt daarvoor een vanzelfsprekend kader. In deze Unie heeft Nederland van meet af aan een belangrijke positie ingenomen en een aanzienlijke inbreng gehad. Wij Nederlanders danken onze (naoorlogse) economische ontwikkeling en onze welvaart aan de samenwerking in Europa. Wij zijn Europa’, betoogt onze Majesteit.
Nu moet je tegenwoordig een beetje voorzichtig zijn want als de koningin iets niet bevalt – zoals een kritisch boek over haar negentiende-eeuwse koninklijke voorvaderen – geeft ze daar publiekelijk lucht aan, maar iedereen kan na lezing van deze lofzang toch alleen maar vaststellen: zoveel zinnen, zoveel onzin. Zelfs Geert Mak heeft op een van de aangestipte punten een andere mening: ‘Europa zou ook zonder de Unie minder oorlogen hebben gekend.’
En in het licht van de reeds geciteerde uitspraken van Monnet en Cooper, weet je ook niet wat je moet denken van de oproep van Beatrix om niet meer in verhullende termen over de Unie te praten, want dat wekt maar achterdocht, en dat is helemaal niet nodig want de Europese eenwording voltrekt zich niet buiten ons en onze controle om. Had dan het contraseign onder een wetsvoorstel voor een referendum niet bij voorbaat geweigerd, zou je geneigd zijn te denken.
Het ergste, en onvergeeflijke, is natuurlijk dat het héle boekje een lofzang op de EU is, en dat er niets in doorklinkt van het onbehagen dat twee jaar geleden tot het overweldigende ‘nee’ van de bevolking heeft geleid.
Maar dé vraag is of deze tweede faux pas van de Oranjes in korte tijd, ministerieel wordt gedekt. Dat lijkt mij niet. Staatssecretaris Frans Timmermans van Europese Zaken gaf afgelopen zaterdag een interview in het Nederlands Dagblad waarin hij openlijk uiting gaf aan zijn zelftwijfel. Ooit wilde hij één Europa, maar nu verwerpt hij dat ideaal, en heeft hij begrip voor de huidige ‘hang naar een eigen nationale identiteit’. Na het ‘nee’, zegt hij zelf, heeft hij lange tijd in een ontkenningsfase verkeerd. ‘Ik dacht: ze wilden het kabinet afstraffen of ze hebben het niet goed begrepen. Tot ik echt van binnen overtuigd raakte dat niet zíj, maar ík het niet begrepen had’.
De koningin en haar hof van bij elkaar geroepen, als denkers en journalisten verklede butlers, begrijpen het nog steeds niet. Dat zouden Balkenende en Timmermans haar toch eens moeten uitleggen.
Leonard Ornstein en Lo Breemer (red.)
Paleis Europa
De Bezige Bij € 16,90
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment