28.4.08

Alleen maar schimpen*

Op het moment dat ik achter mijn bureau ga zitten om deze column te schrijven, hoor ik drie heren op radio 1 deftig debatteren over de mogelijke teloorgang van het weekblad HP/De Tijd. Naar het zich laat aanzien gaat HP vanaf komende zomer eens in de twee weken verschijnen. Tamelijk desastreus voor een weekblad, noemen de heren dat. En het gaat zich ook toeleggen op onderwerpen als auto’s, reizen en mode. Hef het dan gelijk maar op, zeggen de heren.

Om meer dan één reden zou ik het betreuren wanneer HP werkelijk zou verdwijnen. Maar daar gaat het mij hier nu niet in de eerste plaats om. Een van de heren, voormalig hoofdredacteur Bert Vuijsje, hoor ik op de radio zijn ultieme linkse gelijk halen. Hij had het altijd al gedacht, dat het met HP slecht zou aflopen. Het had zijn linkse verleden (meneer gebruikt woorden als ‘dwars’ en ‘rebels’) afgeschud en zich ontwikkeld tot het blaadje van de ‘rancuneuze kleinburger’, tot de ‘LPF-bode’. Tja, wat wil je dan nog meer, hoor ik meneer zuchten.

Om te beginnen is het natuurlijk vreemd dat de mogelijke teloorgang van HP wordt toegeschreven aan de rechtsere koers die het blad een aantal jaren geleden is gaan varen. Vrij Nederland is links gebleven, maar met dat blad gaat het ook niet goed, om het vriendelijk te zeggen. Vroeger raapte je het met bevende handen van de deurmat, nu gaan er weken voorbij dat je het niet eens uit het plastic haalt. Het vertrek van een bekwaam politiek redacteur als Marcel ten Hooven lijkt mij een teken aan de wand.

Maar het gaat mij vooral om die woorden ‘rancuneuze kleinburger’. In de Verenigde Staten is er een man, Barack Obama, die president wil worden. Tijdens een fondsenwervingsbijeenkomst in San Francisco waarop hij zich onbespied waande, sprak hij de volgende woorden: ‘Als je naar die kleine dorpjes gaat in Pennsylvania, net als in soortgelijke dorpen in het Middenwesten, dan zie je dat de banen daar al 25 jaar geleden verdwenen zijn en er is niets voor in de plaats gekomen. En er gebeurde niets voor ze tijdens de regering van Bill Clinton en niets tijdens de regering van Bush, en elke volgende regering zegt dat die gemeenschappen zich zullen vernieuwen maar dat is niet gebeurd. En dan is het niet verbazingwekkend dat ze bitter worden, of zich vastklampen aan hun wapenbezit of hun godsdienst of zich overgeven aan antipathieën tegen mensen die anders zijn dan zij of zich tegen immigranten keren of tegen vrijhandel, in een poging hun eigen frustraties te verklaren.’

In Amerika moet je zoiets niet zeggen. Zowel de Republikeinse presidentskandidaat John McCain als Obama’s directe tegenstander Hillary Clinton lieten weinig van Obama heel: hij had zich duidelijk ontpopt als zelfbenoemd lid van een kosmopolitische elite die zich van de alledaagse werkelijkheid van miljoenen gewone Amerikanen had vervreemd.

In Nederland daarentegen behoort het tot de goede toon om te schimpen op het volk. Dat zou tot de verliezers van de globale ratrace behoren en om die reden gevoelig zijn geworden voor de sirenenzangen van nationalistische populisten als Wilders en Verdonk en een abonnement op HP hebben genomen.

Nu heb je goede en slechte vormen van rancune. De slechte vorm is de ontevredenheid die zich steevast uit in dat typisch Nederlandse geklaag. Die verwende mentaliteit is natuurlijk een direct gevolg van de verzorgingsstaat, een links project.
Rancune is oké wanneer die bestaat in de opstandigheid jegens een politieke en bestuurlijke elite die zich van de samenleving heeft vervreemd en verantwoordelijk is voor de ravages die het multiculturele ideaal heeft aangericht – ravages waar die elite zelf (nog) geen last van heeft maar het volk des te meer. Zo sprak ik eerder deze week een linkse journaliste die een bijeenkomst van Rita Verdonk had bijgewoond en opzichtig heur grachtengordelneusje ophaalde voor het volk dat ze daar rond had zien rondlopen.

De Vuijsjes van deze wereld kijken met angst door hun beslagen ramen naar buiten waar de revolutie die zij zelf hebben opgeroepen, door de straten danst. Het schimpen is hun enige antwoord.
Helaas was HP/De Tijd een van de weinige bladen die daar iets van had begrepen.

*) Eerder verschenen in Binnenlands Bestuur.

3 comments:

- said...

Juist. Het zou ook zeer jammer zijn als HP/De Tijd om deze manier van de markt 'verdwijnt'. Alleen Elsevier doet het nog goed in de opiniebladenwereld (Opinio weet ik niet?). Er wordt overigens al opgeroepen eens te beginnen met 'rechtse opinie-tv', zowel door lezers als columnisten van Elsevier (tot tweemaal toe, zie bijvoorbeeld het korte stukje van Paul Lieben: http://www.elsevier.nl/opinie/weblog/asp/artnr/200886/weblogid/51/index.html).

Is dit niet wat voor u, Bart Jan? U bent al een goede interviewer voor Het Gesprek gebleken. Misschien zou u contact moeten zoeken met Elsevier. Voor columns in het blad, de website of iets voor eventuele opinie-tv.

uncle pete said...

Wat Verhoef zegt.

pazz said...

Volgens mij is de bestuurlijke elite helemaal niet vervreemd van de gewone bevolking. In de jaren zestig en zeventig riep iedereen dat vrijheid en gelijkheid hogere morele principes zijn (luister naar "Imagine" van John Lennon). De politiek heeft dit bewustzijn uitgevoerd, de multiculturele samenleving is hier een gevolg van. De oorspronkelijke stadbewoners, die nu de oude wijken ontvluchten voor de onderklasse uit de derde wereld, hebben de gevolgen van hun moraal nooit kunnen voorzien, en zijn nu slachtoffer van hun eigen naïviteit.