Mijn column op de website van Binnenlands Bestuur van deze week gaat over de formatie van een rechtse coalitie:
Op het moment dat ik dit schrijf weet de vaderlandse pers nog altijd niet waar Mark Rutte, Geert Wilders en Maxime Verhagen met elkaar zitten te praten, alhoewel Frits Wester van RTL zijn 50.000 volgelingen op Twitter gevraagd heeft of ze misschien iets hebben gezien. Maar al weten we niet waar, we weten wel dat ze met elkaar zitten te praten, dat wil zeggen: ‘informele gesprekken’ voeren, want onderhandelingen mogen de gesprekken van de achterban van het CDA nog niet heten.
Maar stel nu eens dat er deze week iets gebeurt. Dat er iets klikt tussen Mark, Geert en Maxime, en dat ze hun gesprekken gaan voortzetten in onderhandelingen? En dat dat tot een rechtse coalitie leidt, met de PVV in de regering dan wel in de rol van gedoogsteunverlener? Een meerderheid van 63 procent van de Nederlandse bevolking zou dat een goed idee vinden, zo’n coalitie van CDA en VVD die met steun van de PVV kan gaan regeren. Maar er zullen, denk ik, zeker twee personen in Nederland zijn die de haren uit hun hoofd zullen trekken: koningin Beatrix en Ruud Lubbers, de twee personen die uitgerekend hebben bevorderd dat de drie rechtse partijen deze gesprekken gaan voeren.
De koningin en Lubbers zijn er de afgelopen jaren immers niet in geslaagd hun afkeer van de PVV en vooral van de PVV-stemmer te verbergen. De koningin deed dat in haar kersttoespraak, waarin zij haar zorgen uitsprak over een klimaat van intolerantie waarbij een groep mensen als geheel over één kam werd geschoren. De koningin voelt zich veel beter thuis in een wereld waarin de Europese integratie wordt toegejuicht (ze schreef een voorwoord in een boekje met ten paleize voorgedragen lezingen waarin dit ideaal wordt uitgedragen), waarin het belang van Ontwikkelingssamenwerking wordt benadrukt (wijlen haar echtgenoot was de bij haar inwonende belichaming van dit ideaal) en waarin de zegeningen van het multiculturalisme met kosmopolitische grandeur worden uitgevent (prinses Máxima mocht bijvoorbeeld vertellen dat ze tot de conclusie was gekomen dat de Nederlander helemaal niet bestaat).
Ruud Lubbers is in dit alles eensgeestes met de vrouw met wie hij begin jaren tachtig de eerste schreden op het pad van het openbaar bestuur zette. Lubbers is een vooraanstaand lid van het progressieve netwerk van de World Connectors, zet zich in voor een gastvrij onthaal van asielzoekers in Nederland en heeft zich expliciet uitgesproken tegen de PVV. Hij deed dat bijvoorbeeld vorig jaar in een uitzending van Buitenhof, en dit voorjaar nog speelde hij een belangrijke rol achter de schermen van de verkiezingscampagne van het CDA, waarbij hij zijn partij wilde dwingen de PVV uit te sluiten (en omdat het CDA bang was dat Lubbers dat standpunt ook publiekelijk zou gaan uiten, zijn ze maar gaan zeggen, vreemd en onverwacht, dat ze graag een ‘hervormingskabinet’ met GroenLinks en D66 wilden). In 2007 publiceerde Lubbers het boekje De vrees voorbij, waarin hij zich net zo tegen de PVV’er uitsprak als de Majesteit dat in haar kersttoespraak zou doen.
Mijn linkse vrienden vertellen mij dezer dagen dat de gesprekken van deze week, wat hun betreft, hopelijk vooral een truc zijn, een truc waarmee de oude Haagse politiek zich met redenen omkleed van de PVV kan ontdoen, zonder dat Wilders nog zijn armen ten hemel kan heffen en kan uitroepen dat hij wordt buitengesloten door een cordon sanitair van de anderen.
Ik denk dat mijn linkse vrienden wel eens gelijk kunnen hebben, en dat het voorstel van Lubbers aan Rutte, Wilders en Verhagen inderdaad bedoeld is als een geënsceneerde truc. De opzichtige nadruk waarmee Lubbers vorige week zei dat hij en de koningin het zo belangrijk vonden dat alle politieke leiders in dezelfde mate aan het woord zouden komen want ze zijn ons alle even lief, is meestal een camouflage van het tegendeel.
Als ik dan tegen mijn linkse vrienden zeg dat je met zo’n truc de problematiek van het onbehagen en de politieke vertaling daarvan niet oplost, maken zij sussende gebaren. Daarover hoeven we ons helemaal niet druk te maken, die PVV als partij van proleten implodeert immers vanzelf, als we maar even geduld hebben.
Dat is nu precies de reden, denk ik, waarom rechts succes ook tot veel gegrinnik en tot leedvermaak zal leiden – al weet ik ook dat dat niet de meest edele emoties zijn.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment