Vorige week overleed onverwacht, alleen in een hotelkamer in Miami, het Amerikaanse fotomodel Anna Nicole Smith (1967-2007), een half jaar na de geboorte van haar dochter, een half jaar na het overlijden van haar 20-jarige zoon – en daarmee kwam een einde aan het tragische leven van een vrouw die begon als serveerster, in 1993 met dank aan de siliconenindustrie Playboy’s Playmate van het jaar werd, en een jaar later trouwde met de 89-jarige miljardair J. Howard Marshall. Die man overleed ruim een jaar later, waarna een langdurig conflict over de erfenis uitbrak tussen haar en Marshalls kinderen.
Toen ik vorige week dit nieuws las, en aan meneer Marshall en Anna Nicole dacht, moest ik terugdenken aan een gesprek dat ik wel moest afluisteren tijdens een bustochtje dat ik lang geleden ieder dag in Oxford maakte. Ik zat op een dag op het bankje voor twee typische Oxbridge dons, die zich tegenover elkaar beklaagden over de spleen die hen met grote regelmatigheid beving. Daartegen bestond in feite slechts één remedie, zo bekenden zij tegenover elkaar: de aanblik van working class breasts. Ik denk dat meneer Marshall, als hij ook in die bus had gezeten, instemmend geknikt zou hebben.
Een groot deel van de Nederlandse bevolking (volgens peilingen wel zo’n 65 procent) kan zich ook van alles bij de ontboezemingen van de heren voorstellen. Bijna vijf jaar na de moord op Pim Fortuyn, na jaren van turbulentie in de vaderlandse politiek, na felle en harde debatten over de staat van het Nederlandse multiculturalisme, na nog een politieke moord – op Theo van Gogh – en na drie kabinetten Balkenende, was Nederland toe aan iets zachts, niet aan een vadertje staat maar aan een moedertje staat, aan een belofte van overvloed en milde vrede die de lethargie voor optimisme zou verwisselen, en verlangde het intens naar het gevoel van het kind dat zich, naar het woord van zowel de psalmdichter als Geerten Gossaert, ‘pas gespeend stil bij zijne moeder vindt’.
De drie mannenbroeders van het VU-kabinet hebben dat haarscherp aangevoeld. Zij hebben de blouse, de dankzij Zalm hoog gesloten blouse van de Nederlandse overheidsfinanciën, koket open geknoopt en tonen trots een working class boezem waar het gehele volk zich de komende jaren in weelde tegenaan mag vleien.
Of die boezem over een jaar of wat nog altijd vol zal zijn en van melk vloeiende, staat nog te bezien. De heren rekenen op een jaarlijkse omvangstoename van 2 procent, terwijl rekenmeesters denken dat die maximaal 1,75 procent zal zijn. Maar het deelt wel lekker uit, en de melk is nu nog zoet. Het risico van een verschrompelende boezem en voortijdig zure melk nemen zij nu maar even op de koop toe.
Want de heren willen zo graag voor ons zorgen. Ze willen de cohesie en de saamhorigheid herstellen, en hebben daarom een ‘investeringsagenda’ opgesteld die bij beter geschoolden dan het trio-BBR onmiddellijk herinneringen oproept aan de nachtmerrie die een politiek filosoof – de hier al eerder genoemde Alexis de Tocqueville – typeerde als het regime van de ‘zachte despotie’: een overheid als een potige doch moederlijke boerin, die als een moeder waakt over een kudde verstrooide schapen, en die schapen bijeenhoudt door ze tijdig van hun behoeftes en pleziertjes te voorzien.
Moedertje staat gaat ook de achterstandsbuurten in ‘prachtwijken’ veranderen, en zal daarmee in één klap het probleem oplossen van de integratie – want sommige van haar kinderen, de geadopteerden, willen nog niet zo erg meedoen. Er is geen pedagoog die de stelling zou willen verdedigen dat kinderen met onaangepast en opstandig gedrag te pacificeren zijn door ze in een nieuwe flat te plaatsen, maar meneer Aboutaleb is in ieder geval onze eerste moslimbewindspersoon, en dat getuigt toch weer van diep respect van onze moeder voor de lastige kinderen die we zo graag bij de familie willen hebben.
En als we inderdaad uit de eerder genoemde nachtmerrie zullen ontwaken, zal moedertje staat naar het wiegje snellen waarin zij ons heeft neergevleid en ons aan haar borst drukken. We zullen nog even naar adem happen en dan gesmoord worden in de verwennerij van de afhankelijkheid – een even zachte dood stervend als, naar ik mij voorstel, die meneer Marshall is gestorven.
*) Een versie van dit stuk verscheen eerder in Binnenlands Bestuur.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment