Het zijn mooie scalpen die rechts de afgelopen weken op links heeft veroverd. Op kernenergie rust geen taboe meer. Subsidies aan milieuactiegroepen worden kritischer onder de loep genomen. Greenpeace moet strafrechtelijk worden vervolgd. Er komt een wet die kraken verbiedt.
Heel voorzichtigjes, zo lijkt het, gaat de Haagse politiek zich aanpassen aan de veranderingen in het maatschappelijke klimaat van de afgelopen jaren. Steeds meer Nederlanders durven gewoon te zeggen dat ze rechts zijn (geworden).
Nu zowel CDA als VVD de hete adem van Rita Verdonk en Geert Wilders in de nek voelt, stellen beide partijen hun koers steeds meer bij en zorgen ervoor dat de kloof tussen wat burgers terecht willen en wat de overheid hun ontzegt, de afgelopen tijd iets kleiner is geworden.
Syp Wynia schreef vorige week in Elsevier dat dat allemaal komt doordat een voorheen zwijgende meerderheid nu haar stem laat horen. Die laat zich niet meer gijzelen door een luidruchtige linkse minderheid die al te vaak door het kader van de politieke partijen in het centrum werd gesteund.
In het weekblad De Groene Amsterdammer kwam Joshua Livestro in een mooi essay tot dezelfde conclusie. En hij voegde eraan toe dat die meerderheid steeds meer uitgroeit tot een ‘aaneengesloten electoraal blok’ op rechts. Daarmee tekent zich een nieuwe scheidslijn in de politiek af, tussen progressief en conservatief, tussen spraakmakende minderheid en zwijgende meerderheid.
Ik wilde dat Livestro gelijk had, en hoop van harte dat hij het alsnog krijgt, liefst op zo kort mogelijke termijn. Maar de werkelijkheid in Nederland is vooralsnog een andere. ...
Lees de rest van mijn wekelijkse column in de nieuwe Elsevier. Abonneren kan hier.
Subscribe to:
Post Comments (Atom)
No comments:
Post a Comment