28.1.09

Gedoe om Geert

Nu het Amsterdamse Hof heeft bepaald dat het Openbaar Ministerie Geert Wilders moet gaan vervolgen, staat Wilders sinds vorige week opnieuw in het middelpunt van de mediabelangstelling. Mijn column in Elsevier en mijn recensie in de HP/De Tijd (over een recent essay van Joost Zwagerman) gaan beide over het 'gedoe om Geert'.



Dwaze rechters

Geert Wilders blijft voor velen een ongrijpbaar fenomeen. Als hij onthult dat het zoontje van een ervaren NRC-journalist hem met de dood heeft bedreigd en dat die journalist een vervelend stukje over hem heeft geschreven nadat hij (Wilders) heeft geweigerd om geen aangifte te doen, offert een instituut als NRC Handelsblad die journalist gewoon op. Wanneer Wilders onthult dat hij na de Europese verkiezingen met het Vlaams Belang wil gaan samenwerken, kraait daar geen haan naar – terwijl de associatie met Filip Dewinter voorheen afdoende was om Wilders voorgoed in diskrediet te brengen. Als hij (zo goed als zeker) liegt in het grote Fitna-debat maar een onderzoek naar de precieze gang van zaken weigert, komt hij daar gewoon mee weg – ook als kort daarop blijkt dat een meerderheid van de bevolking denkt dat niet hij maar de regering heeft gelogen. En nadat het Amsterdamse Hof vorige week had aangekondigd dat het Openbaar Ministerie Wilders toch maar moet vervolgen vanwege zijn ‘haatzaaiende’ uitlatingen over de islam, waren de reacties van zijn collega-politici tamelijk afgepast. Velen, aangevoerd door Mark Rutte, vonden toch vooral dat de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar mag komen.

Wilders is veel in het nieuws en er wordt veel over hem gesproken, maar waar haast niemand het over heeft, is de vraag wat nu precies de functie van zijn PVV is.

Die vraag is eigenlijk tamelijk gemakkelijk te beantwoorden. Er zijn honderdduizenden Nederlanders die zich meerdere malen per week verbijten over wat zij in de krant lezen over geweld, achterstandswijken en moslims. Vroeger sloeg die afkeer bij hen naar binnen omdat niemand publiekelijk uiting aan hun onrust gaf. Nu weten al die mensen dat Wilders’ adjudant, Fleur Agema, diezelfde ochtend al in alle vroegte naar een benzinestation langs de rijksweg is gereden, daar alle kranten heeft gekocht, die heeft gelezen en over alle berichten al lang schriftelijke vragen heeft gesteld of een spoeddebat heeft aangevraagd. En daarna weer is gaan slapen.

Dat kunnen wij vervolgens ook doen, dankzij de PVV, gewoon verder slapen.

Want het punt is dat de PVV wel honderden Kamervragen stelt en debatten aanvraagt, en dat er erg veel wordt gesproken over de onderwerpen die de PVV aansnijdt, maar dat er natuurlijk helemaal niets verandert. Als Wilders al de intelligentie heeft om dat zelf ook vast te stellen, kan het hem niets schelen. Hij stijgt in de peilingen, en hoeft dus nog niet te emigreren.

De functie van Wilders en zijn PVV in ons politieke systeem is dus die van bliksemafleider. Hoezeer hij zich ook als buitenstaander opstelt, in feite is Wilders degene die het systeem in stand houdt en versterkt. Het politieke systeem heeft hem geabsorbeerd voert hem in zijn gelederen op als het grote excuus aan de kiezers. Het onbehagen wordt vertolkt! Maar ondertussen is die nieuwe Europese Grondwet er gewoon gekomen, wordt de greep van de overheid op de samenleving alleen maar groter en gaat de islamisering gewoon door. En iedereen vindt dat prima. Het zou pas vervelend worden wanneer het systeem als zodanig ter discussie zou worden gesteld (zoals Pim Fortuyn deed), maar dat snapt Wilders niet, of juist heel goed: hij begrijpt dat zelfs hij alleen binnen dat systeem kan gedijen.

Binnen de politieke en maatschappelijk elite begrijpt iedereen dat ze het spel met Wilders zo moeten spelen. Behalve die dwaze Amsterdamse rechters. Die willen Wilders nu gaan vervolgen, uitsluiten, in de gevangenis gooien, onschadelijk maken. Daarmee roepen zij, dom genoeg, niet alleen een maatschappelijke discussie op over de samenstelling en politieke voorkeuren van de Nederlandse rechterlijke macht als zodanig, maar maken zij ook de repressieve tolerantie van het systeem als zodanig ongedaan. Ze maken van Wilders een held buiten het systeem, en maken hem daarmee zo groot dat hij voor dat systeem zelf een bedreiging kan gaan vormen.

Wee u, gij rechters! Wee u, gij Wilders! Jullie trekken elkaar mee in een wedloop die alleen in de chaos van een imploderend systeem kan eindigen.

Bewust of onbewust hebben Wilders’ collega-politici vorige week aangevoeld dat het Amsterdamse hof een ontwikkeling in gang kan gaan zetten waarbij zij uiteindelijk alleen maar te verliezen hebben. Vandaar dat ze maar weer over de vrijheid van meningsuiting begonnen. En zo’n implosie van het systeem waartegen hij zich zegt te keren, wil Geert Wilders zelf ten diepste ook helemaal niet. Hij is zich rot geschrokken, vorige week, bij dit vooruitzicht, dat voor hem alleen in een vlucht naar het buitenland kan uitmonden.

(eerder verschenen in Elsevier)



Ontmaskerd verraad?*

Joost Zwagerman schrijft scherpzinning over de oud-linkse hypocrisie maar kan de vraag waarom zijn vijanden zo hypocriet zijn, zelf ook niet beantwoorden.


Tegen Geert Wilders is blijkbaar geen kruit gewassen. Al ruim vier jaar proberen collega-Kamerleden hem te negeren, te demoniseren of verbaal tegenpartij te bieden, maar tevergeefs. In het afgelopen weekend maakte Wilders’ PVV een sprong in de peilingen, van 17 naar 20 zetels, elf meer dan de partij er nu heeft. Daarmee is de PVV nu even groot als de VVD, de partij die hij in de zomer van 2004 verliet.
Die sprong volgde direct op de aankondiging van het Amsterdamse gerechtshof dat het Openbaar Ministerie Wilders toch moet gaan vervolgen vanwege zijn uitspraken over de islam. Die zijn zo ruig en generaliserend dat er sprake is van belediging, discriminatie en haatzaaien en daarmee van een overschrijding van de grens van de vrijheid van meningsuiting. Berucht zijn vooral de uitlatingen van Wilders waarin hij de islam met het nazisme vergelijkt en de Koran met Hitler’s Mein Kampf. In een van de aanklachten tegen Wilders, die van advocaat Gerard Spong, wordt daar protest tegen aangetekend. In diezelfde aanklacht wordt Wilders zelf direct vergeleken met nazi-propagandist Joseph Goebbels.

Een van de weinigen die zich over dat voortdurende meten met twee maten verbaast, is Joost Zwagerman. Zwagerman (1963) is een succesvol schrijver, maar ook een columnist die met grote regelmaat scherpe stukken in de krant schrijft tegen de leegte en verwarring op links. Hij bundelde die stukken in Hollands welvaren en publiceerde het pamflet De schaamte voor links (2007), waarin hij die verwarring vaststelde in het normen-en-waarden-debat, de multicultuur en de uitholling van het onderwijs. Bezorgd stelt Zwagerman vast dat links het initiatief voor het debat uit handen heeft gegeven aan een ‘gelegenheidscoalitie van christenen en neoconservatieven’. En gek genoeg is Zwagerman van mening dat die alliantie alleen door een andere coalitie kan worden doorbroken: een nieuwe progressieve partij van PvdA en SP, ‘eventueel’ aangevuld met GroenLinks. Volkskrant-journalist Martin Sommer stelde al eerder vast dat ‘des lezers klomp’ hier toch breekt: want met die suggestie zijn we ‘niet bij de toekomst van links zoals Joost Zwagerman denkt, en zelfs niet bij de linkse toekomst van gisteren. Dan zijn we aanbeland in de toekomst van eergisteren’.

Juist op het moment waarop de komende vervolging van Wilders volop in het nieuws is, is er een nieuw boekje van Zwagerman verschenen, een bundeling van een eerder gepubliceerd essay en de tekst van een lezing: Hitler in de polder & Vrij van God. IJverig en scherpzinnig gaat Zwagerman in beide teksten tekeer tegen de ‘lelieblanke elite’ van oud-linkse schrijvers die zich zelf in het verleden vermeiden in beledigende teksten over alles wat christelijk was of naar het christendom riekte en die zich nu woest maken op publicisten die met evenveel enthousiasme het islamitisch geloof te lijf gaan. Met Wilders is Zwagerman van mening dat de aankondiging van het Hof een zwarte dag voor de vrijheid van meningsuiting is. Verder distantieert hij zich natuurlijk nadrukkelijk van Wilders, die hij, ‘zoals filmregisseur Eddy Terstall het altijd zegt, obsesionado’ noemt. ‘Hij is geobsedeerd door de islam en door degenen die in Nederland deze religie aanhangen. Zijn obsessie geeft hem in de meest bedenkelijke en smakeloze ideeën rond te strooien’. Maar, zo vraagt Zwagerman zich ook af, ‘zijn die ideeën een-op-een vergelijkbaar en onderling uitwisselbaar met het gedachtegoed van de nazi’s, die een systematische uitroeiing van de Joden in en buiten Europa voorstonden?’

De kracht en waarde van beide essays is wat mij betreft vooral gelegen in de ijver en verbetenheid waarmee Zwagerman oud-linkse schrijvers als Jan Blokker, Hugo Brandt Corstius, J. A. A. van Doorn en Frits Abrahams achtervolgt. Het lijkt wel alsof hij Fortuyns aansporing ‘Achtervolg ze tot in de hel’ als een persoonlijke opdracht is gaan opvatten.

Zo achterhaalt hij dat Frits Abrahams van de NRC ooit door de Bond tegen het Vloeken is aangeklaagd wegens godslastering. Abrahams had namelijk geschreven dat hij een ‘oud boekske’ had ingezien en dat God daarin op een nogal curieuze manier werd voorgesteld. De bewoordingen die Abrahams daarbij gebruikte, waren volgens de Bond godslasterlijk en vandaar de rechtszaak, die Abrahams overigens won. Maar Abrahams is nu zelf op de stoel van de Bond tegen het Vloeken gaan zitten door zich te beklagen over de hoge toon waarop Ehsan Jami afscheid nam van het geloof waarin hij was opgegroeid. Waarom eiste Abrahams in zijn kritiek op het christendom een vrijheid van meningsuiting voor zichzelf op die hij Jami niet vergunt?

Zwagerman herinnert ook aan de steun die Jan Blokker in 1989 gaf aan de schrijver Salman Ruhsdie, toen deze door een fatwa van ayatollah Khomeiny was getroffen. Blokker maakte zich destijds erg kwaad over diegenen die enig begrip opbrachten voor de gekwetstheid van sommige moslims. ‘Waarom zou ik?’, schreef Blokker in 1989, ‘begrip moeten hebben voor mohammedanen die op de maat in woede uitbarsten, zinloze heilige oorlogen uitvechten, boeken verbranden?’
Toen Ayaan Hirsi Ali in Nederland haar strijd tegen het vrouwonvriendelijke karakter van de islam begon, was Blokker er als de eersten bij om haar de mond te snoeren. Vrouwtje Ayaan moest haar mond houden, en niet zo provoceren.

Zwagerman dwarrelde zelf uiterst vreedzaam van zijn katholieke geloof af en wil dat iedere Nederlander, christen of moslim, diezelfde weg kan gaan. Wat Karel van het Reve over het Oude Testament beweerde, moet iedere moslim in Nederland over de Koran kunnen beweren. Dezelfde vrijheid van meningsuiting dus voor de autochtoon die het christendom bekritiseert als voor de allochtoon die de islam bekritiseert. Dat ‘de Hollandse culturele elite’ een status aparte voor islamcritici en ex-moslims heeft geschapen, noemt Zwagerman het ‘nieuwe verraad der klerken’ dat ‘ontmaskerd’ moet worden.

Maar doet Zwagerman dat ook? Ontmaskert hij dat verraad? Beantwoordt hij, met andere woorden, de vraag waarom die elite ogenschijnlijk met twee maten meet en voor zichzelf een recht op kritiek op de christelijke religie opeist dat het critici van de islam ontzegt?

Zwagerman heeft het ook over Hugo Claus, die bejubeld is vanwege zijn uitspraak over de grote kathedralen die opgeblazen zouden moeten worden. Tijdens een debatavond in Antwerpen vroeg de schrijver Tom Naegels zich af waarom ‘wij Claus vanwege zo’n uitspraak over het opblazen van kerken in de armen sluiten, terwijl we iemand die voorstelt een paar gewelddadige bladzijden uit de Koran te scheuren stigmatiseren als extreem-rechtse haatzaaier en racist.’ Maar Tom Naegels kreeg die avond geen antwoord op zijn waarom-vraag, schrijft Zwagerman. Die vraag beantwoordt Zwagerman zelf eigenlijk ook niet.

Zwagerman suggereert twee antwoorden. Die ongelijkheid zou toegestaan zijn omdat christenen in Nederland zich in het centrum van de politieke en economische macht bevinden, terwijl moslims nog altijd een broze minderheid vormen. De moslim is de ander, de vreemdeling die onze bescherming behoeft. Zwagerman ontmaskert die houding als ‘valse solidariteit’, maar heeft daarmee nog geen antwoord gegeven op de vraag die hij zelf stelde.

Zijn tweede suggestie is dat ongelijkheid is toegestaan wanneer critici onderdeel uitmaken van een zelf benoemde elite en hun kritiek uitbreiden over alle vormen van religie. Maar dat klopt niet, want dat doen Ayaan Hirsi Ali en Afshin Ellian ook, en dat heeft hen in deze kringen niet populairder gemaakt.

Dichter bij de waarheid komt Zwagerman ongetwijfeld wanneer hij Rudy Kousbroek citeert. Die schreef eens dat de islam eigenlijk nog veel erger is dan het christendom maar dat hij zich over de islam altijd tamelijk discreet uitliet. ‘Misschien wel uit angst voor mijn hachje’, voegde Kousbroek daaraan toe.

Wat Zwagerman niet ziet is dat kritiek op het christendom en clementie met de islam in dienst staat van één en dezelfde moderne agenda: de afrekening met een wereld die door een cultuur werd gedomineerd die velen als een belemmering van hun vrijheid dachten te ervaren, en die moet worden ingeruild voor een wereld waarin alles relatief is, en waarin, als om dat te onderstrepen, de exotische nonsens van een geïmporteerd geloof alle ruimte krijgt. Gewelddadig zijn slechts enkele enkelingen, zeggen de voorstanders van die agenda, uit angst voor het eigen hachje.

Zwagerman is eerlijk en scherp, maar omdat hij uiteindelijk zelf ook onderdeel van deze agenda uitmaakt, verschilt hij slechts gradueel van zijn vijanden en blijft hij blind voor hun redenen, die veel minder dubbelzinnig zijn dan hij denkt.

N.a.v. Joost Zwagerman
Hitler in de polder & Vrij van God (uitgeverij de Arbeiderspers)


* eerder verschenen in HP/De Tijd

9 comments:

Cindy said...

Ik ben het met Zwagermans eens dat Wilders geobsedeerd is door de Islam. Zijn bevindingen over Frits Abrahams en Jan Blokker zijn erg interessant.

Ik moest erg lachen bij het beeld dat je opriep over Fleur Agema en gekochte kranten, dat ze daarna verder slapen.. dat klopt inderdaad. Hard schreeuwen helpt niet.

Wilders krijgt weer aandacht en ik denk dat deze vervolging hem ontzettend goed uitkomt.

bottehond said...

U maakt zich er van af door Wilders als obsessief neer te zetten. U bagatelliseert de (zelf)islamisering daardoor, terwijl u anderzijds schrijft dat de islamisering gewoon doorgaat.
U ervaart Wilders als een onduidbaar fenomeen. Dat zegt alles over uw evidente verwarring omtrent de islamisering.
Slecht stuk. Jammer. U komt er nog wel, dat dan weer wel.

hoeiboei said...

Beste Bart Jan Spruyt,

Interessante teksten, en ja de (zelf)islamisering gaat gewoon door en velen zal het inderdaad worst wezen - wat onbegrijpelijk is - maar dat geldt gelukkig niet voor iedereen.

Ik heb het pamflat van Zwagerman net in huis maar nog niet gelezen, wel wil ik graag het boek van René Marres onder je aandacht brengen:

"De verdediging van het vrije woord
De kwestie Wilders en de demonisering van een debat"

De kwestie Wilders

In het eerste artikel van de bundel laat Marres al zien dat kon gebeuren wat nu met Wilders gebeurd is. De rechters hebben de macht.

O ja, is Fortuyn, Van Gogh en Hirsi Ali niet ook verweten dat ze 'geobsedeerd waren/zijn door de islam'? Er was zelfs sprake van trauma.
Ik bedoel maar.

Hartelijke groet.

Hans Besseling said...

Beste Spruyt,
In het pamflet van Zwagerman ben ik het woord obsesionado's alleen tegengekomen als karakterisering van quasilinkse commentatoren, maar niet als typering van Wilders. Zoals ik in mijn commentaar op het pamflet bij het HVV heb gezegd vind ik obsesionado wel aardig om de haters van de man uit Venlo mee aan te duiden.

Unknown said...

Ach ja.
Kader Abdolah juicht dat Wilders een zegen is voor de islam.
Spruyt legt uit dat Wilders een zegen is voor de heersende politieke elite.

If you can't beat him, hug him to death..

Men zou deze uitspraken uit kunnen leggen als tekenen van totale paniek, maar zo ver is het nog niet denk ik.

En Zwagerman?
Die roept op de Staatstelevisie dat hij nog niet op Wilders zou stemmen met een pistool op zijn hoofd.
Waarmee hij de dreiging van dat andere pistool op zijn hoofd - het pistool dat wél geladen is - weer even bezworen heeft..

Ronald said...
This comment has been removed by the author.
Anonymous said...

Het is jammer dat uw antipathie tegen Wilders, uw denken vertroebeld.

Ik heb stellig de indruk dat u Wilders recentelijk omtmoet heeft, dat Wilders wellicht niet zo aardig heeft gedaan en dat u toen besloten heeft s lekker naar over hem te schrijven. Dat u daarbij de waarheid enig geweld moet aandoen, een aantal zaken tot in het ridicule omdraait, doet blijkbaar niet terzake.

Enorme tegenvaller dit stuk. Intellectueel niet verantwoord en dat valt me juist van Bart Jan Spruyt, erg tegen. Die heb ik namelijk hoog zitten!

Neem bv de opmerking dat Wilders "zo goed als zeker"liegt".

Wat natuurlijk het meest het "liegen" van Wilders tegenspreekt is, dat als we uitgaan van het verhaal van het kabinet, er tal van vragen, anomalien en tegenstrijdigheden opduiken. Volgens we daartentegen het verhaal van Wilders, dan hebben we een volstrekt logisch en consistent verhaal.

Mag ik er verder op wijzen dat Wilders voorzover mij bekend nog nooit op een leugen is betrapt, maar dat het aantal kabinetsleden dat NIET betrapt is op een leugen, op 1 hand te tellen is.

Mag ik u er ook nog op wijzen dat dit kabinet niets anders gedaan heeft dan Wilders intimideren en demoniseren. Proberen om Wilders als leugenaar weg et zetten, is dan een stap die perfect in het verlengde ligt.

Is het dan logisch om het kabinet het voordeel van de twijfel te geven en te beweren dat Wilders "zo goed als zeker liegt".

Het minste BJS zou moeten doen, is aangeven waar hij de bewering dat Wilders" zo goed als zeker liegt"
op baseert.

Of neem de opmerking: "En nadat het Amsterdamse Hof vorige week had aangekondigd dat het Openbaar Ministerie Wilders toch maar moet vervolgen vanwege zijn ‘haatzaaiende’ uitlatingen over de islam, waren de reacties van zijn collega-politici tamelijk afgepast. Velen, aangevoerd door Mark Rutte, vonden toch vooral dat de vrijheid van meningsuiting niet in gevaar mag komen."

Ja, het is maar hoe je het wilt bekijken. Je kunt het goed vinden dat de reacties afgepast zijn, maar ik vind het tamelijk bizar dat een politiek bedrijvend gerechtshof de aanval op de VVM opent en onze volksvertegenwoordigers niet op hun achterste benen staan. Zeker als je bedenkt dat er zo ontzettend veel onderwerpen zijn, waarbij ze dat wel doen.

En dan die hele bijna orwelliaanse tirade tegen de rol van de PVV in het parlement.

Want nee, zoveel veranderd er niet. Maar dat is een probleem die de PVV, per definitie, deelt met alle partijen in oppositie!
De oplossing is ook simpel: meer stemmen trekken. En laat dat nu precies zijn wat Wilders aan het doen is. Wat is daar mis mee??

En heeft BJS werkelijk de indruk dat de politieke elite blij is met Wilders. De mate van demonisering, intimidatie en nu zelfs een juridische aanval, duid daar toch niet op.

Wat een vreemd artikel. En dan ben ik nog niets eens begonnen over die zwagerman.

Nou ja...nog ff 1 ding dan. Valt het niemand op dat Zwagerman de intellectuele elite verwijt, Wilders onvoldoende met inhoudelijke argumenten te bestrijden terwijl hij zelf geen enkel argument geeft voor zijn eigen afkeer van Wilders??

Dan moeten we het doen met opmerkingen (bij DWDD) dat de vergelijking tussen nazi's en islam NATUURLIJK FAR OUT IS.
Maar hoezo natuurlijk??
En hoezo far out??

Dat is nu het moment waarop redelijke en rationele mensen met elkaar gaan praten, d efeiten ondezoeken en proberen vast te stellen wat waar is en wat niet. Zwagerman slaat die stap over. Want NATUURLIJK is Wilders FAR OUT. Argumenten niet nodig!

En dat is gek als ie anderen verwijt Wilders niet inhoudelijk met argumenten te bestrijden.
Nu hebben we niets meer dan een pot die een ketel verwijt zwart te zien.

Helaas wordt ik, in tgenstelling tot BJS, betaald om te werken en niet om te schrijven dus ik moet het hierbij (helaas een beetje kort door de bocht) bij laten.

Pascal said...

Met de heer De winter bedoelt u natuurlijk de heer Dewinter. Een slordige fout van u, waarmee u verraad niet geïnteresseerd te zijn in politiek buiten de grauwe polder, en het Vlaamse volksnationalisme in het bijzonder.

Unknown said...

Wie de aangifte van Spong tegen Wilders daadwerkelijk bestudeert, waartoe Zwagerman zijn lezers oproept (HidP, blz. 18) komt daarin de naam Goebbels niet tegen, noch enige andere indirecte vergelijking tussen Goebbels en Wilders.