11.7.08

Scheuren in Obama's masker

In een eerdere column heb ik al eens aangegeven hoe ik tegenover de huidige presidentsverkiezingen sta. Als conservatieve ‘republikein’ was ik in 2000 voor Bush, in 2004 was ik dat opnieuw – zij het met beduidend minder enthousiasme dan vier jaar eerder. Dit jaar voel ik me veel minder betrokken dan bij voorgaande verkiezingen. Dat komt, denk ik, omdat ik John McCain als persoon een indrukwekkende man vind, maar weinig vertrouwen in hem heb als politicus.

(Fred Thompson was mijn man – de bij voorbaat kansloze kandidaat, die weliswaar een uitstekend programma had, maar thuis ging zitten wachten tot het volk hem zou roepen. Zo hoort het eigenlijk, maar je komt er in de moderne politiek natuurlijk niet veel verder mee.)

McCain mocht en mag van mij winnen – met een (waarschijnlijk groeiende) Democratische meerderheid in het Congres tegenover zich, kan hij weinig kwaad. Die situatie is wat mij betreft bijna ideaal: een uitvoerende macht die door de tegenmacht van de volksvertegenwoordiging bijna niets kan verrichten.

De staat – aldus de libertaire essayist Albert Jay Nock (1870 – 1945), een van mijn favoriete schrijvers – is immers de vijand, en niets is zo gevaarlijk en ongewenst als een staat met dienaren die op je af komen en zeggen: ‘Hé, ik ben van de regering en ik ben hier om je te helpen!’

McCain mag wat mij betreft ook verliezen, en dan liefst ook met een landslide. Zo’n nederlaag zou voor veel conservatieven de wake up call kunnen zijn die hen uit de sluimer van hun gekoesterde herinneringen aan de gloriejaren onder Ronald Reagan opwekt en hen doet inzien dat de tijden veranderd zijn en dat die tijden om een nieuwe agenda vragen.

Eén van de beste columnisten in de Verenigde Staten – David Brooks van de New York Times – heeft de contouren van die agenda al eens geschetst, en jonge honden als Ross Douthat en Reihan Salam hebben zelfs een heel boek gewijd aan de vraag hoe de Grand Old Party zich tot een Grand New Party kan ontwikkelen.

Adoratie
Alhoewel ik er rekening mee houd dat McCain in november inderdaad verliest, en er dan een lange periode van Democratische dominantie zal aanbreken (vergelijkbaar met de periode van Republikeinse dominantie sinds het begin van de jaren tachtig), maak ik me in toenemende mate zorgen over het alternatief Barack Obama.

Obama is uitgegroeid tot een idool van verandering, die niet alleen in de Verenigde Staten, maar vooral ook in Europa gevoelens van adoratie en ongebreideld enthousiasme oproept. Dat is begrijpelijk, omdat veel mensen snakken naar het einde van de periode-Bush.

Maar zal Obama een goede president zijn? Er zijn soms uitspraken die hoopvol stemmen. Zo laat hij niet na zwarte vaders aan te spreken op hun verantwoordelijkheid voor de opvoeding van hun kinderen. ‘De verantwoordelijkheid eindigt niet bij de verwekking’, zei hij in een speech op vaderdag.

Bij oude zwarte leiders als de vervelende Jesse Jackson (66) roept dat verzet op. In een uitzending van Fox News zei Jackson afgelopen zondag dat Obama ‘uit de hoogte doet’ tegenover de zwarte bevolking, om daaraan toe te voegen: ‘Ik wil zijn ballen er af snijden’.

Jackson zei het op fluistertoon, en in de veronderstelling dat de microfoon nog niet open stond. Maar dat was wel het geval en een relletje was geboren. Jackson heeft inmiddels zijn excuses aangeboden, maar wel gezegd dat hij van Obama verwacht dat hij niet de persoonlijke verantwoordelijkheid van zwarte Amerikanen zal benadrukken maar vooral ‘de collectieve morele verantwoordelijkheid van de overheid en het openbare beleid’.

Als Obama zich van oude leiders als Jackson blijft distantiëren – simpelweg door ze te negeren – en zich ook verre houdt van de collectivistsiche politiek die zij voorstaan, is dat een welkome breuk met een ouderwetse en falende politiek.

Maar ik ben er alles behalve zeker van of Obama uit het goede hout gesneden is om president van de Verenigde Staten te worden. Het incident met zijn predikant, ds. Jeremiah Wright uit Chicago (de man van God damn America), vormde het eerste bewijs van een karakterzwakte die je liever niet ziet bij een toekomstig leider van de vrije wereld.

Dezer dagen verscheen het boekje Barack Obama: Waarom iedereen van hem wil houden en wat zijn opkomst betekent, geschreven door Shelby Steele, hoogleraar aan Stanford University en net als Obama zoon van een zwarte vader en een blanke moeder.

Eerste scheur
Steele noemt de aanvaring met Wright ‘de eerste echte scheur’ in het masker dat Obama draagt. Obama wilde ons doen geloven dat hij altijd bezwaar heeft gehad tegen het radicalisme van Wright, terwijl hij desondanks twintig jaar lang bij hem naar de kerk bleef gaan. Steele spreekt van ‘een griezelig vermogen om de eigen, diepste overtuigingen te negeren om erbij te horen’. En hij vraagt zich af hoe deze ‘karaktereigenschap een president Obama van pas zou kunnen komen in “overleg” met de vijanden van Amerika’.

Ik heb, eerlijk gezegd, het ongemakkelijke gevoel dat er in Barack Obama en zeker ook in zijn vrouw Michelle nog heel veel oud ressentiment tegen het blanke deel van de Amerikaanse samenleving schuil gaat. Zijn uitspraken over de blanke middenklasse in Pennsylvania die in een globaliserende wereld hun toevlucht nemen tot hun geloof en wapens, was – wat mij betreft - een volgende, nog veel grotere scheur in het masker van Obama.

En daar komen alleen nog maar meer scheuren en scheurtjes bij. Hij spreekt zich ineens veel minder nadrukkelijk uit vóór een spoedige terugtrekking van de Amerikaanse troepen uit Irak (terwijl zijn populariteit grotendeels op die vroegere uitspraken gebaseerd was), en hij stemde voor een wetsontwerp dat het telefonisch afluisteren van Amerikaanse burgers wil legaliseren.

Draaikont
En toen het Amerikaanse Supreme Court onlangs bevestigde dat wapenbezit een grondwettelijk recht is, maakte hij een wonderlijke draai om net te doen alsof hij blij was met die uitspraak. Obama is een beetje de Wouter - draaikont - Bos van de Amerikaanse politiek, vrees ik.

Obama’s politieke plannen met betrekking tot het milieu en de gezondheidszorg, abortus en immigratie bevielen mij al niet. De roep om verandering zonder dat duidelijk wordt wat er moet veranderen en waar die veranderingen toe moeten leiden, is voos en leeg. En zijn achtergrond en persoonlijkheidsstructuur lijken me in toenemende mate een probleem.

Dan toch maar McCain.

*) Eerder verschenen als column op de NOS-website 'Amerika Kiest'.

1 comment:

Victor Reijkersz said...

http://www.ornery.org/essays/warwatch/2008-05-25-1.html