Mijn nieuwe column op de website van Binnenlands Bestuur gaat over de berichtgeving rond het vermeende gifschip Probo Koala. Dat schip zou in Afrika giftig afval hebben geloosd, met vele doden en misschien wel tienduizenden vergiftigde mensen als gevolg. Al jaren doen de media op een alarmistische manier verslag van deze 'moord van Europa op Afrika' (GreenPeace), maar nu blijkt dat alles op spookverhalen berust. Waarom staat dat alleen in de NRC (ere wie ere toekomt) en niet in andere kranten en weekbladen?
Wat een ramp, die giframp die zich in augustus 2006 in Abidjan, de hoofdstad van Ivoorkust, voltrok. Een tanker van grondstoffenhandelaar Trafigura, de Probo Koala, legde in de haven van Abidjan aan en loste daar raffinaderijafval. Gevolg: 15 Ivorianen verloren het leven, en ontelbaar velen – misschien wel tienduizenden - werden vergiftigd.
Althans, dat was het verhaal. In verschillende kranten en bladen hebben we journalisten in bewogen bewoordingen verslag zien doen van de rampspoed die meedogenloze westerse kapitalisten de arme bevolking van een Afrikaans ontwikkelingsland hadden aangedaan. ‘Europa vergiftigt Afrika’ was de tekst die GreenPeace op de romp van de Probo Koala schilderde. Op foto’s hebben we Ivorianen gezien met huidzweren en andere aandoeningen, en mannen in witte pakken en gasmaskers. We zagen ook poelen met smerige drab en borden met daarop doodshoofden.
Om de nood enigszins te lenigen heeft Trafigura (gevestigd in Amsterdam) tot twee maal toe een miljoenenschikking getroffen: met de autoriteiten van Ivoorkust en met een advocatenkantoor dat de belangen van de slachtoffers behartigde. Eindelijk gerechtigheid, zo leek het. De hele zaak leek nog repercussies te hebben voor de Amsterdamse wethouder Marijke Vos (Milieu / GroenLinks) omdat zij de Probo Koala vanuit Amsterdam naar Abidjan had laten vertrekken. De PvdA-fractie in de Tweede kamer was ‘woedend en beschaamd’ over het incident, en woordvoerder Diederik Samson riep op 20 september 2007in de Tweede Kamer: ‘Wij hoeven de echte boeven natuurlijk niet te zoeken, want die zitten bij het bedrijf Trafigura. Grijp die personen en breng hen voor het gerecht.’
Maar er was eigenlijk niet veel aan de hand. Het opinieweekblad Opinio betoogde dat al in januari 2007, het overtuigende bewijs is onlangs geleverd door NRC-journalist Karel Knip (in de NRC van 18 oktober 2009). Tussen de dumping van het afval en de sterfgevallen bleek geen verband te bestaan. Een bepaald gas had wel een weerzinwekkende stank verspreid en daarmee een vals gevoel van giftigheid.
Hoe kan het dan dat er in Abidjan zo’n paniek was uitgebroken, dat GreenPeace tot acties overging, Trafigura werd vervolgd en alle media zo alarmistisch over de lozingen rapporteerden?
Waarschijnlijk heeft het alles te maken met een specifieke angst, chemofobie geheten. Zodra het woord ‘chemisch’ valt, lijkt een objectieve weergave van de feiten te sneuvelen. Wie de gebeurtenissen rond de Probo Koala en verschillende andere incidenten van de laatste decennia nader bekijkt, ziet een terugkerend patroon: de gevaren en schadelijke effecten van chemische stoffen worden stelselmatig overdreven en uitvergroot. Daaruit blijkt dat onze cultuur nog steeds niet verlost is van de romantische verheerlijking van het natuurlijke. Met sommige producten van de chemische industrie moet natuurlijk zorgvuldig en voorzichtig worden omgegaan, zoals de grote ramp in het Indiase Bhopal in 1984 duidelijk aantoonde. Maar we zouden bijna vergeten hoeveel we ook aan de chemie te danken hebben en hoezeer de groeiende beheersing van de chemie ons leven langer, gezonder, comfortabeler en veiliger heeft gemaakt.
Het zou helpen wanneer ook alle andere media zouden erkennen dat de berichtgeving over de Probo Koala op spookverhalen berustte, en dat chemofobie een slechte raadgever is.
Showing posts with label NRC Handelsblad. Show all posts
Showing posts with label NRC Handelsblad. Show all posts
28.10.09
3.11.08
Europa is beter af met McCain
Als John McCain de verkiezingen verliest, zit de wereld opgescheept met het raadsel dat Obama heet. Onder hem zal Amerika op Europa gaan lijken, vreest Bart Jan Spruyt.
Op de dag waarop de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen bekend zal zijn, woensdag dus, zondert protestants Nederland zich af voor een dag dan wel een stonde van dank voor ‘gewas en arbeid’. Zullen de polders woensdag daveren van de psalmen, thank God, McCain has won?
Wonderen zijn nooit de wereld uit, maar op grond van alle peilingen is de kans op een overwinning van McCain zeer gering. Er waait een nieuwe wind door Amerika en alle hints die die wind aandraagt, komen erop neer dat Obama de 44ste president van de Verenigde Staten wordt.
Het verlies van McCain zal om meerdere redenen zeer betreurenswaardig zijn. In Europa is Obama nu al een messias. Hoe ‘behoudend’ hij op sommige onderwerpen is, is in Nederland nauwelijks bekend. Zo is Obama tegen (of zei hij tijdens zijn campagne in ieder geval dat te zijn) het homohuwelijk, is hij voor de doodstraf en het recht op wapenbezit en voor meer militairen (ook Europese soldaten) in Afghanistan. Veel Europeanen zullen teleurgesteld in hem raken. Maar er blijft genoeg radicaals over dat hun – anders dan mij, en nog tien Nederlanders en 151 miljoen Amerikanen – bevalt.
Een verlies van McCain zal in de eerste plaats betreurenswaardig zijn omdat de Amerikanen dan een president – en de wereld een machtigste man – zullen krijgen die niet het open boek is dat de all American hero John McCain is, maar het enigma Obama.
Obama’s afkomst is al een raadsel. Hij is de zoon van een studente uit Kansas en een buitenlandse student uit Kenia. Na de echtscheiding hertrouwde zijn moeder met een andere buitenlandse student, uit Indonesië. Obama ging naar school in Jakarta, en werd later in Hawaï door zijn grootouders opgevoed, voordat hij in 1979 op het Amerikaanse vasteland ging studeren.
Die exotische afkomst is natuurlijk geen politiek probleem, maar wél de zoektocht naar zijn identiteit die hem in contact bracht met rare radicale denkers en activisten.
Alle kritiek op zijn affiliaties met extreemlinkse figuren snijdt wel degelijk hout. Obama is bekeerd en getrouwd door de racistische dominee Jeremiah Wright, de man van God damn AmeriKKKa (KKK staat, zoals bekend, voor de Ku Klux Klan), bij wie hij twintig jaar in de kerk zat. Hij is geïndoctrineerd door het gedachtengoed van de joodse activist Saul Alinsky, die zijn aanhang leerde hoe het systeem te infiltreren om de massa rijp te maken voor change, al heeft het geen idee waarin die verandering bestaat. En er zijn Obama’s contacten met William Ayers, lid van de terroristische organisatie Weather Underground die diverse bomaanslagen pleegde. Volgend jaar verschijnt het boek van Ayers tegen de blanke overmacht (white supremacy) in Amerika.
Maar in Europa vinden we dat niet erg. Een link met radicaal-links activisme, zo denken wij hier, laat vooral zien dat iemands hart op de juiste plaats zit.
Zijn radicalisme heeft Obama verleid tot de uitspraak, gedaan tijdens een avond voor donateurs in Californië, dat de blanke lagere middenklasse ‘verbitterd’ zou zijn over de gevolgen van de ‘globalisering’ en dat zij troost zocht in religie en wapens. Dat was natuurlijk een gotspe, of beter: een onvergeeflijke chutzpah.
Radicaal is Obama ook in zijn sociale politiek. Een Republikein als McCain kiest principieel voor zelfbestuur en eigen verantwoordelijkheid. Obama wil – zoals elke socialist – welvaart herverdelen, spread the wealth around, zoals hij tegen Joe the plumber zei. Daarom wil Obama een belastingverhoging voor rijken, en dat ben je bij Obama wanneer je een inkomen hoger dan 250.000 dollar hebt. Obama heeft dat geld hard nodig voor zijn plannen met betrekking tot de gezondheidszorg die 110 miljard dollar kosten.
Maar ook dat vinden we in Europa natuurlijk geweldig. De overheid moet een schild voor ‘de zwakken’ zijn, en dat mensen als gevolg daarvan vaak vooral nóg zwakker worden en dat een dergelijke politiek onze concurrentiekracht danig vermindert, nemen wij graag voor lief.
En radicaal is Obama ook in zijn buitenlandse politiek: radicaal anders dan Bush de afgelopen acht jaar is geweest. Obama is de man van het multilateralisme, van overleg en diplomatie en compromissen, en velen zien die houding als een terechte afrekening met het unilaterale spierballenvertoon dat de neocon Bush heeft laten zien.
Zo zien we dat in Europa graag: praten met Teheran in plaats van die zenuwachtig makende dreigementen met bombardementen. In Europa, anders dan in republikeins Amerika, vergeten we graag dat we een vijand hebben op het moment dat iemand (een land, een religie, een cultuur) ons als vijand beschouwt, en dat we die vijand niet kunnen overwinnen door te praten maar door geweld, hoe abject ook.
Voor dat geweld hebben we binnen de grenzen van de rechtsstaat de gedisciplineerde rotzakken van de veiligheidsdiensten, en hebben we op het internationale toneel het ruwe en ongepolijste Amerika. Dat Amerika blijft onder McCain en Palin – dat Amerika dat al verschillende keren de wereld heeft gered – en dat verdwijnt onder Obama. We krijgen dan weer het Amerika van Jimmy Carter, met gegijzelde diplomaten en militaire onmacht.
Dat is altijd het probleem: dat links parasiteert op de successen van rechts. Rechts moet altijd het geld verdienen dat links uitgeeft, de troep opruimen die het radicalisme veroorzaakt, en middels een surge de orde herstellen die een linkse presidentskandidaat de kans biedt goede sier te maken met de belofte van een spoedige terugtrekking van Amerikaanse troepen.
Jammer, erg jammer zal het dus zijn wanneer McCain morgen verliest – omdat Amerika dan op Europa gaat lijken.
Maar in een land waarin zowel de Democraten als de Republikeinen zichzelf als een vervolgde minderheid zien, is een woord van relativering op zijn plaats. Als McCain verliest, is dat voor conservatieven een blessing in disguise. Als de gematigde, centrumrechtse McCain de nieuwe president wordt – en wanneer, als gevolg daarvan, de conservatieve beweging zowel als de Republikeinse Partij zijn kleur zal aannemen – dan zal McCain rechts scherper kritiseren dan links, omdat rechts immers staat voor haat en verdeeldheid. Kritiek op links zal dan dus vier jaar lang niet mogelijk zijn en het conservatisme zal naar de marges van het politieke en intellectuele debat worden verdrongen. Wanneer McCain verliest en de radicaal Obama wint, zal kritiek op links jaren lang aan de orde van de dag zijn en de conservatieve beweging daarmee uiterst relevant.
En dat is toch ook een wenkend perspectief – zolang het verlies van McCain eervol zal zijn.
*) Dit artikel verscheen op 3 november 2008 in NRC Handelsblad.
Op de dag waarop de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen bekend zal zijn, woensdag dus, zondert protestants Nederland zich af voor een dag dan wel een stonde van dank voor ‘gewas en arbeid’. Zullen de polders woensdag daveren van de psalmen, thank God, McCain has won?
Wonderen zijn nooit de wereld uit, maar op grond van alle peilingen is de kans op een overwinning van McCain zeer gering. Er waait een nieuwe wind door Amerika en alle hints die die wind aandraagt, komen erop neer dat Obama de 44ste president van de Verenigde Staten wordt.
Het verlies van McCain zal om meerdere redenen zeer betreurenswaardig zijn. In Europa is Obama nu al een messias. Hoe ‘behoudend’ hij op sommige onderwerpen is, is in Nederland nauwelijks bekend. Zo is Obama tegen (of zei hij tijdens zijn campagne in ieder geval dat te zijn) het homohuwelijk, is hij voor de doodstraf en het recht op wapenbezit en voor meer militairen (ook Europese soldaten) in Afghanistan. Veel Europeanen zullen teleurgesteld in hem raken. Maar er blijft genoeg radicaals over dat hun – anders dan mij, en nog tien Nederlanders en 151 miljoen Amerikanen – bevalt.
Een verlies van McCain zal in de eerste plaats betreurenswaardig zijn omdat de Amerikanen dan een president – en de wereld een machtigste man – zullen krijgen die niet het open boek is dat de all American hero John McCain is, maar het enigma Obama.
Obama’s afkomst is al een raadsel. Hij is de zoon van een studente uit Kansas en een buitenlandse student uit Kenia. Na de echtscheiding hertrouwde zijn moeder met een andere buitenlandse student, uit Indonesië. Obama ging naar school in Jakarta, en werd later in Hawaï door zijn grootouders opgevoed, voordat hij in 1979 op het Amerikaanse vasteland ging studeren.
Die exotische afkomst is natuurlijk geen politiek probleem, maar wél de zoektocht naar zijn identiteit die hem in contact bracht met rare radicale denkers en activisten.
Alle kritiek op zijn affiliaties met extreemlinkse figuren snijdt wel degelijk hout. Obama is bekeerd en getrouwd door de racistische dominee Jeremiah Wright, de man van God damn AmeriKKKa (KKK staat, zoals bekend, voor de Ku Klux Klan), bij wie hij twintig jaar in de kerk zat. Hij is geïndoctrineerd door het gedachtengoed van de joodse activist Saul Alinsky, die zijn aanhang leerde hoe het systeem te infiltreren om de massa rijp te maken voor change, al heeft het geen idee waarin die verandering bestaat. En er zijn Obama’s contacten met William Ayers, lid van de terroristische organisatie Weather Underground die diverse bomaanslagen pleegde. Volgend jaar verschijnt het boek van Ayers tegen de blanke overmacht (white supremacy) in Amerika.
Maar in Europa vinden we dat niet erg. Een link met radicaal-links activisme, zo denken wij hier, laat vooral zien dat iemands hart op de juiste plaats zit.
Zijn radicalisme heeft Obama verleid tot de uitspraak, gedaan tijdens een avond voor donateurs in Californië, dat de blanke lagere middenklasse ‘verbitterd’ zou zijn over de gevolgen van de ‘globalisering’ en dat zij troost zocht in religie en wapens. Dat was natuurlijk een gotspe, of beter: een onvergeeflijke chutzpah.
Radicaal is Obama ook in zijn sociale politiek. Een Republikein als McCain kiest principieel voor zelfbestuur en eigen verantwoordelijkheid. Obama wil – zoals elke socialist – welvaart herverdelen, spread the wealth around, zoals hij tegen Joe the plumber zei. Daarom wil Obama een belastingverhoging voor rijken, en dat ben je bij Obama wanneer je een inkomen hoger dan 250.000 dollar hebt. Obama heeft dat geld hard nodig voor zijn plannen met betrekking tot de gezondheidszorg die 110 miljard dollar kosten.
Maar ook dat vinden we in Europa natuurlijk geweldig. De overheid moet een schild voor ‘de zwakken’ zijn, en dat mensen als gevolg daarvan vaak vooral nóg zwakker worden en dat een dergelijke politiek onze concurrentiekracht danig vermindert, nemen wij graag voor lief.
En radicaal is Obama ook in zijn buitenlandse politiek: radicaal anders dan Bush de afgelopen acht jaar is geweest. Obama is de man van het multilateralisme, van overleg en diplomatie en compromissen, en velen zien die houding als een terechte afrekening met het unilaterale spierballenvertoon dat de neocon Bush heeft laten zien.
Zo zien we dat in Europa graag: praten met Teheran in plaats van die zenuwachtig makende dreigementen met bombardementen. In Europa, anders dan in republikeins Amerika, vergeten we graag dat we een vijand hebben op het moment dat iemand (een land, een religie, een cultuur) ons als vijand beschouwt, en dat we die vijand niet kunnen overwinnen door te praten maar door geweld, hoe abject ook.
Voor dat geweld hebben we binnen de grenzen van de rechtsstaat de gedisciplineerde rotzakken van de veiligheidsdiensten, en hebben we op het internationale toneel het ruwe en ongepolijste Amerika. Dat Amerika blijft onder McCain en Palin – dat Amerika dat al verschillende keren de wereld heeft gered – en dat verdwijnt onder Obama. We krijgen dan weer het Amerika van Jimmy Carter, met gegijzelde diplomaten en militaire onmacht.
Dat is altijd het probleem: dat links parasiteert op de successen van rechts. Rechts moet altijd het geld verdienen dat links uitgeeft, de troep opruimen die het radicalisme veroorzaakt, en middels een surge de orde herstellen die een linkse presidentskandidaat de kans biedt goede sier te maken met de belofte van een spoedige terugtrekking van Amerikaanse troepen.
Jammer, erg jammer zal het dus zijn wanneer McCain morgen verliest – omdat Amerika dan op Europa gaat lijken.
Maar in een land waarin zowel de Democraten als de Republikeinen zichzelf als een vervolgde minderheid zien, is een woord van relativering op zijn plaats. Als McCain verliest, is dat voor conservatieven een blessing in disguise. Als de gematigde, centrumrechtse McCain de nieuwe president wordt – en wanneer, als gevolg daarvan, de conservatieve beweging zowel als de Republikeinse Partij zijn kleur zal aannemen – dan zal McCain rechts scherper kritiseren dan links, omdat rechts immers staat voor haat en verdeeldheid. Kritiek op links zal dan dus vier jaar lang niet mogelijk zijn en het conservatisme zal naar de marges van het politieke en intellectuele debat worden verdrongen. Wanneer McCain verliest en de radicaal Obama wint, zal kritiek op links jaren lang aan de orde van de dag zijn en de conservatieve beweging daarmee uiterst relevant.
En dat is toch ook een wenkend perspectief – zolang het verlies van McCain eervol zal zijn.
*) Dit artikel verscheen op 3 november 2008 in NRC Handelsblad.
22.9.07
Interviewtje in de NRC
Ik sprak kort met NRC Handelsblad n.a.v. het nieuwe rapport van de WRR, waarin de Raad een lans breekt voor de multiculturele samenleving:
"Conservatief denker Bart Jan Spruyt voelde, toen hij kennis nam van de hoofdlijnen van het rapport, dezelfde woede opkomen als toen Ella Vogelaar haar uitspraken deed over de christelijk-joods-islamitische cultuur. „Weer wordt er relativerend gedaan over de nationale identiteit. De loyaliteit aan de kernwaarden van de westerse samenleving zou voorop moeten staan. Als politici, en nu de WRR, daar niet duidelijk over zijn, dan blijft er ruimte voor het onfatsoen van Geert Wilders.” ... Bart-Jan Spruyt ziet het WRR-pleidooi als onderdeel van een verlangen van de politieke elite, en ook van een groot deel van de media, naar de periode van vóór de moord op Pim Fortuyn in 2002. „Er is een stille hoop dat het Nederland van toen terugkeert. Maar dat zal nooit gebeuren.”
"Conservatief denker Bart Jan Spruyt voelde, toen hij kennis nam van de hoofdlijnen van het rapport, dezelfde woede opkomen als toen Ella Vogelaar haar uitspraken deed over de christelijk-joods-islamitische cultuur. „Weer wordt er relativerend gedaan over de nationale identiteit. De loyaliteit aan de kernwaarden van de westerse samenleving zou voorop moeten staan. Als politici, en nu de WRR, daar niet duidelijk over zijn, dan blijft er ruimte voor het onfatsoen van Geert Wilders.” ... Bart-Jan Spruyt ziet het WRR-pleidooi als onderdeel van een verlangen van de politieke elite, en ook van een groot deel van de media, naar de periode van vóór de moord op Pim Fortuyn in 2002. „Er is een stille hoop dat het Nederland van toen terugkeert. Maar dat zal nooit gebeuren.”
Subscribe to:
Posts (Atom)